147
fterk waterdaarna giet men daar onder
vyftien oneen gemeen koud water, en ver
mengt dit alles degelyk door fchuddenen
dit dus toebereide vogtdoet men in een
vies met een daar toe geflepene glaaze flop,
en men giet een once van dit vogt in een
klein wit vlesje, waarin men dan een brok
je van het bovengemelde deeg of Amalga
ma, mits het zoozagt of week als boter zy,
ter grootte van een groene Erwet laat val
len, en dit vlesje maar twee of drie minu
tenlang laatende Uil ftaanzoo zalmen klei
ne draatjes lynregt uit het brokje zilver
deeg zien opreizen, die zigduidelyk, van
oogenblik tot oogenblik, als meer en meer
groeiende vertoonen zullentakjes ter zy-
den zullen uitfehieten, en als het waare wee-
zentlyke boomtjes worden zullenhet brok
je zilverdeeg zal hard wordenen een bleek
witten kleur aanneemenmaar het heester-
gewasch zal een echte blinkende zilverkleur
krygen; dit alles zal in den tyd van een
quartier uurs verrigt zyn.
Nu is de vraag op welke wyze en door
watftoffen deeze groeying veroorzaakt zy?
Het klompje quik en zilverdeeg, dat
men in dit vogt op den bodem van het vlesje
heeft doen nederzinkenis 'er wel een der
voornaamfte oorzaaken vanmaar verfchaft
'ergeene ftofdeeitjes toe, de quik en zilver
K. 2 deelt-