voorwerp, niet wel met de billykheid te
vereffenen, maar veel eer adonia en ande
ren wettige oorzaak tot beklag en fchaêver-
haaling gevende,
VIII. Ten tweeden fchynt dit vermoe
den vermeerdert te worden door de han-
delwyze van salomo, federt zyne komfte
tot den Throon, met adonia gehouden
Deze had moeten bukken en zynen jonge
ren Broeder als Heerfcher erkennen, en
Salomo had hem daarop verzekeringe zyn's
levens beloofd op de heiligheid van het ko-
ninglyk woord. Dus verhaalt het de H.
Gefchiedfchryver (b): Doch adonia vrees
de voor salomo, en hy Jlond op, en ging he'
nen, en vatte de hoornefi des altaars En
men maakte salomo bekend, zeggende: ziet,
adonia vreest den Koning salomo: want
ziet, hy heeft de hoornen aes altaars gevat,
zeggendedat de Koning salomo my als he
den zweeredat hy zynen knecht met den
zwaarde niet dooden zalEn salomo zei-
de; indien hy een vroom man zal zyn, daar
en zal niet van zyn hair op der aarde val
len maar indien in hem kwaad zal bevonden
wordenzo zal hy fterven. En de Koning
salomo zond henenen zy deden hem afgaan
van den altaaren hy kwamen hy boog
zich
m ij
C 216
00 i Kon, I. 50—53.