(231
ge gedwongene bewilliginge, maar veeleer
alle tekenen eener vol vaardige toeftemmin-
ge. Om nu niet te fpreken van dien fpoe-
digen toeval tot davids zydeby grooten
en kleenen telkens gezien, in voorgaande
Staatsberoertengelyk in de gevallen van
absalom en seba zo beroepe ik my Hechts
op het gedraggenoegzaam algemeen ge
houden, ten aanzien dezer bepaalde zaak
waar in men de uiterile rust en ftilte aan
trof, tot den tyd toe, dat adonia zynaan-
flag begon te fmeeden. Nademaal ik ge
toond hebdat de befchikking van david
ten voordeele van salomo reeds voor dien
aanflag bekend wasmag ik uit die geruste
houdinge des Volks een wettig befluit trek
ken dewyl 'er anders op dien tyd de fchoon-
le gelegenheid zoude geweest zyn, om het
nasker af te lichten, en zich voor denoud-
len en wettigen erfgenaam te verklaaren.
>Jiets konde zulks op dat pas beletten, en
ie toeval van zo veele grooten hadde on-
middelyk de zaak beflist. Danhet tegen
deel gebeurt, en, zo dra davids bepaaling
op nieuw herinnerden salomo op zyn be
vel voor Koning verklaard wordt, val
len hem alle toe, verlaten adonia, en be
krachtigen 's Konings welbehagenals ten
vollen rechtmatig.
XX» Ten anderen: vanwaar had daviï>
P 4 in