232
in zynen hoogen ouderdom dat gezag, om
zo wi Iekeurig te handelen met de hoofden
des V olks en de (lenden van Israël in tegen
deel was zyn vermogen vry wat verzwakt,
terwyl zyne voornaamfte Minifiers genoeg-
zaam naar willekeur den meester fpeelden.
Wat zyne Zoons aangaat,die het eerfteLid
van den Staatsraad fchynen uitgemaakt te
hebben (p); hoe weinig vertrouwen, hy op
hun (lellen konde, heeft gebleken in AM-
non en absolom, en by zyn laatften leeftyd
in onzen adonia. Wat betreft de Mi
litievan welke Joab het hoofd was; deze
was hem reeds vroeg boven 't hoofd gewas-
fengelyk men ziet in de vermoording van
abner 'q), in het dwingen van david, om
den Broedermoorder absalom weder ten
Hove toe te laten (r)in dat (loute befcheid
en dreigementaan david gegeven, na't
lheu velen van absalom (s) waarop noch
een ander Haaltje volgt, in 't vermoorden van
am as A (t). En by den aanflag van Adonia
was Joab een der eerden. Weshalven het
niet te verwonderen wasdat david hem
niet had kunnen te rechte dellen, maar dit
aan
(p) II Sam. VIII. 18 j daar ze om die rede fchy
nen genoemd te worden,
i^q II Sam. III. 2730.
(r j II Sam. XIV.
(s) II Sam. XIX. 5—7.
CO II Sam-XX. 7, 8.