477
kunnen aanwyzen, dat 'er in Edom en Men'
ab bergen van eene fchromelyke hoogte
geweest zynop welke jeremia en obad-
ja doelenals zy gewagen van een ar ends*
vest tusfchen de Jlerren (d). Maar laten wy
faegts ftellendat de hoogten van Baal onge-
vaar 5000 Paryfche voeten verheven waren,
en dus een weinig meer dan de helft der al
ler verhevenfte Alpen. Stellen wy nu, dat
het uitterst einde van Israels leger aan ee
ne rivier of beek floot, die beneden den
teen van Peor langs kabbelde, op eenen
afftand der loodlyn van Bileams ftandplaats
gerekend tot 1000 Toifes of 6000 Konings
voeten't geen zekerlyk niet te ruim geno
men is, als men in aanmerkinge neemt de
veiligheid, op welke men by het affteken
des Israëlitifchen legers zien moest, mits
gaders de heuvelen, die doorgaans onder
aan de afhellingen der bergen voorkomen
en zonder welke Balak en Bileam met de
Moabitifche Grooten zoo hoog niet hadden
behoeven te klimmen, om de legginge der
vyanden te befpieden. Derhalven zal de
regte lynuit het oog van Bileam op het
naastbygelegen heir der Israëliten ten min-
ften komen op omtrent 47816 Rhynland-
fche Roeden, of iets meer als twintig mi
nuten gaans. Op dien afftand kon de T00-
ve-
(d) JEREM. xlix. 16. OBADJA t 4.