547
pen. Het recht verhand van dez,e plaats
hangt meeftcndeels af van de waare mee-
ning der fpreekwyzeuwe flem zal zyn uit
de aarde als enes toaveraarsof, zoo als
men 't beter zou vertalenuwe flem zal zyn
als die van oobh, uit de aardefiKQ 3liO
Indien de zin van deze uitdrukking wel ge
troffen wordtzal zich niet alleen een
groot licht verfpreiden over de voorgaande
verfen, maar men zal daarenboven het on
derling verband en derzelver overeenflem-
ming duidelyker kunnen aanwyzen.
Dat pN aarde hier voor een groeve of
kuil in de aarde moet genomen worden is
genoegzaam blykbaar om dat SINwat
men 'er ook door verftaan mag, niet uit de
hoogte, maar uit de diepte fprak, en met'
zyne ffemme uit het ftof der aarde piepte.
De Godfpraken by de verblinde Heide
nen gefchiedden doorgaans in naare en
donkere holenin duiftere fpelonken, omzet
met lommerryke boomenof geboord met
zwarteoudeen wyd uitgefpreide eiken.
Men bediende zich van akelige valleyen
afzichtelyke gaten in 't gebergte, die naar
beneden onder de aarde zich uitftrekten
waar uit veeltyds een dikke, Hinkende,en
geestberoerende damp opfteeg, welke niet
alleen die kuilen ontreinigde en affchuwe-
lyk maakte maar ook de raadplegende
M m 2- mee-