27
houden het verzoek in om Ludovico Guicoiardyn, dien de hertog
in de gevangenis had doen werpen, daaruit te ontslaan.
De brieven zijn geschreven uit Angers den 5 februarij 1570,
en helderen een tot nog toe duister gebleven punt genoegzaam
op. Men wist dat de hertog Guicoiardyn in de gevangenis had
geworpen, wijl hij een zeker traktaat, 't welk hij op verzoek
van den hertog had opgesteld, aan anderen had laten lezen,
vóór hij het aan Alva overhandigde. Een dier lezers had daar
van misbruik gemaakt, en zelf het stuk aan den hertog ter hand
gesteld. Hierover ontstak de hertog in hevige gramschap tegen
Guicciardijn. En nogal niet zonder reden. Het onderwerp toch
was ten uitersten kiesch en zal u verwondering baren. Het be
trof een onderzoek naar de redenen die zouden kunnen leiden
tot eene afschaffing der vasten. 1)
Onbegrijpelijk is het dat Guicciardijn de loszinnigheid had
om dit geschrift aan anderen dan aan Alva in persoon te over
handigen. Hoe dit zij, hij werd in 1570 losgelaten. De aanlei
ding daartoe was tot dus verre onbekend. Uit deze brieven
blijkt nu dat de hertog hem ontslagen heeft op de beleefde en
vleijende intercessie van don magtigen koning van Eranlcrijk en
zijner nog magtiger moeder Catharina de Medicis, beiden later
even berucht door het bloedbad van St. Bartelsnacht. 2)
No. 6. Brief van Philips II, uit Talavera 21 januarij 1570,
style commun, aan den hertog van Alva, niet alleen eigenhan
dig geteekend door Philips, maar voorzien van een vijfregelig
P. S. in het Spaansch van 's konings eigen hand.
De brief behelst eene instructie om met den paus te handelen
over de uitvaardiging der bullen voor de nieuwe bisschoppon,
maar zonder de questie over de bevestiging der abten, uit wier
bezittingen die nieuwe bisdommen moesten gedoteerd worden,
aan te roeren. Het P. S. is moeijelijk te lezen, maar schijnt toch
1) ZieBayle, Biet. liist. en crit. in V. (Francis) Guicciardinnoot(M). Baarbij
aanhalende Tliuanus, lib XCVI, op 't jaar 1589.
2) Zie bijlagen, no. 1, a en b.