Ï50 Aan een man van Westsouburg werd 12 grooten betaald, omdat hij de varkens //gevuyert'"' (vuren lubbend had Ienneveve (Ctenoveva) van Hoog el an de was gehuwd met Mr. Jan Schtjfve, kanselier van Brabant Iemand, die in het hooi werkte, had een daggeld van 4< grooten, die tarwe hielp mennen en binden12 grooten; vrou wen voor laatstgenoemd werk 6 grooteneen gemet tarwe werd voor 6 schellingen afgesnedenboonen gepikt voor 2 schellingen 8 grooten Ben hovenier verdiende 10 grooten daags Een wiedster wordt //wyetstrigghe1'1 genoemd. De dienaars van de armen kregen 2 schellingen omdat zij Hhndrik //vagabunde11 geapprehendeerd hadden, en gelijk be drag, omdat zij eene vrouw, die ontvlucht wasteruggebracht hadden in haar //castiment-huys,\ Het weven van linnen lakens kostte één groot 12 mijten en het weven van //wercken" lakens één groot 6 mijten In een jaar werden gebruikt in het leprozenhuis om te verbakken 29 zakken en een achterdeel tarwe liet bakken kostte 8 grooten den zak met inbegrip van het kneden en de gist. 1559/60 Bene rente kon afgelost worden met lichten gelde, naar dat het geld //ganck" had in 1526, t. w. een //gouden gulden" S3 stuiverseen gouden Philipsgulden 28 stuivers, een gouden Carolusgulden 22 stuivers, de Bour- goensche stuiver 2 grooten 6 mijten. Er was dagelijks groote twist en kijvage tusschen de le prozen, de moeder en //de dienders van den gesonden huyse", zoodat die moeder en hare //jonckwyven'1 het den zieken niet naar den zin hadden kunnen maken met koken. Daarom werd besloten den regel van het ziekenhuis buiten Antwerpen, ge naamd Dambrugge, te volgen, nl aan iederen zieke in de week te geven 20 grooten in geld en ook aan het jonkwijf, dat hen dient en de aalmoezen ophaalt. Dit jonkwijf had ook aandeel in de aalmoezen Hier blijkt, dat er vier zieken waren waarvan er één overleed.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1907 | | pagina 180