109
Minne Jacob tan Hoochstraiite s), Andries Hercï s),
Jan Eeuwodtsse 4), Jaspar be la Torre 6), Anïheonis
tan den Bossche 8) ende Jan Bol 7)."
van het hisdom die nog onder den abt van Park berustten Bijdragen bisdom
Haarlem XXII blz. 229). Hij genoot een jaargeld uit de abdij Wynoxbergen
(A.. w. blz. 22-5).
Hij ontving pensioeu van de Staten 15791551. In 1595 bevond hij zich
in de abdij te Tronchieunes {Bijdragen bisdom Haarlem XXIX blz. 233).
-) Jacob van Moochstraten ontving pensioen van dc Staten tot 1583. In
1595 was bij volgens den abt van Parkdie hem Jacobus Woert IIooostra-
ïensts" noemt, pastoor te Selsate Bijdragen bisdom Haarlem XXll blz. 233).
Andries van Merck outving pensioen van de Staten tot 158.1. In 1585
was hij in de abdij te Park Bijdragen bisdom /Iaar/em XXII blz. 235).
In de lijsten der door de Staten gealimeutcerde kanunniken komt hij niet
voor. Zie noot 7.
s) Hoewel hij het in zijn request {Bijdragen bisdom Haarlem XXII blz. 211)
voorstelt, alsof bij in 1574 na de overgave van Middelburg dadelijk naar
het zuiden gegaan en door de abdij van Park gealimenteerd isgenoot hij
tot 15S1 pensioeu van de Staten. In 1595 was hij pastoor te Weminele (A. w-
blz. 224).
I-lij was reeds in 1559 kanunnik (Anthontus Buscoducensis Be Katho
liek XC blz. 416) en komt sinds 1567 als Calvinist voor (Te Water. Kort
verhaal der reformatie in Zeeland' blz. 103). In de lijsten der door de Staten
gealimenteerde kanunniken heet hij Anthonis Willem-s. In 1590 woonde hij
te Zieriksee.
Jan Jooris5 zoon Bol ontving reeds met ingang van 3 Mei 1574 pen
sioen van de Staten van Zeeland. Het werd hem in 1585 voor het laatst uit
betaald. In de lijst vau den abt van Park dd. 1595 Bijdragen bisdom Haarlem
XXll blz. 283) komen bovendien nog voor: „Joannes Senior Lovaniensis
resided extra Thenas onder Heylescm te Grim" en „Joannes Eïkenduynf.n
iu Holland". Hiermede kunnen Jan Pieters zoon van Elokeff (blz. 168
noot 8)Jan Eeuwouisse (noot 4) of de bovengenoemde Jan Jooris5 zoon Bol
bedoeld zijn. Hoewel Pieteb van Maelcote zegt de namen van 22 oud-kan-
nunnikcn te zullen overgeven, vermeldt bij er slechts 21. He 22e is vermoe
delijk Wouter Wouters zoon die .1.5791581 pensioen van de Staten ontving
en wellicht dezelfde is, van wien de abt van .Park in 1595 spreekt als van
„Joannes Waltert uit Schravenhagheresided tot Ovcrpclt onder Luyck"
{Bijdragen bisdom Haarlem XXll blz. 233). Sinds 1593 komt onder dc dooi
de Staten gealimenteerde personen ook voor „Jacob Harmansz., eertijts monick
in der abdie en daernae capellaen tot Aernemuyde", die toen daar ter plaatse
voorzanger was. Hij is vermoedelijk nooit geprofest geweest in de abdijeven
min als Gueltelmus Heyms (A. w. blz. 285 en 236).