gestelt es. Ende zoudt men hierinne observeren de oude cous-
tumen van alle wateringhen in Zeellant gelegensoe zoude
men alle zeven jaren de voirscreven wateringhe verhevenen.
Dat doende ende hem al zulke bouken leverende als dairtoe
staet ende men in andren wateringen in gelyke zaken gecous-
tumeert es van doene, hy zal wel ontfanck maken van al
len den gemeten, die men bevinden sal watergeit sculdich
zijnde/"'
Op dit klemmende betoog werd ten slotte besloten om binnen
een jaar de geheele watering te doen opmeten en den klerk
alle boeken ter hand te stellen, die hij zou noodig hebben.
Een paar jaar later (1514) werd dan ook voor de nieuwe
verhevening 40 betaald. Men kwam toen tot 13000 gemeten.
Maar het duurde nog bijna twintig jaar, voordat het besluit
ten volle werd uitgevoerd. Eerst den lst,en Mei 1532 werd de
nieuwe overlooper goedgekeurd en de grootte van de watering-
vastgesteld op 13984 gemeten.
En bij de andere wateringen was het niet beter. Den
22sten Maart 1523 beklaagt zich Heinrtck Dommis" zoon, dat hij
in 1515 en 1516 klerk van de Oostwatering zijnde, boeken
ontvangen heeft, //die nyet auctentijck en waeren", tengevolge
waarvan hij groote schade heeft geleden in zijne verantwoording.
Doch geld was er noodig en steeds in meerdere matewant
Zeeland, zegt Boxhorn, //heeft noyt schrickelijckere ende scha-
delijckere jaren gevoelt, als die van den jare 15001553".
Wegens den ongunstigen toestand kon in 1520 van de Vijf
Ambachten geen rekening worden gedaan; in 1523 behalve
van deze watering ook niet van de Westwatering. Deze
laatste werd trouwens meermalen gesubsidieerd door de andere
in 1518 o. a. door West-Souburg, in 1521 door de Oost
watering en zelfs door de Vijf Ambachten Maar deze zou
weldra haar eigen middelen hoog noodig hebben. De onge-
kavelde dijk //mitten dukeldam benoirden der Vere" werd
nog in 1511 door haar onderhouden, maar weldra overgedaan
aan de O os t wateringalthans het hoofd van de latere reke-