as oorlogstoestand het land jaren achter elkaar hadden toege bracht. Maar de verdere lotgevallen van den polder vallen buiten mijn bestek. De nieuwe gang van zaken scheen mij een geschikt punt om af te breken. Alleen nog een enkel woord over het polderarchief. In de eerste plaats valt het in het ooghoe weinig charters in vergelijking met andere polderarchieven, hier bewaard zijn gebleven. Het oudste is de Groote Ordonnantie van Philips II van 4 October 1559. Dit stuk vormt met eenige octrooien door dienzelfden vorst verleend, en een contract over liet indijken van den polder Oosternieuwland alles wat van vóór den overgang van Middelburg in 1574 voorhanden is. Ook de eerste vergaarboeken en overloopers, zijn, zooals gezegd, allen verdwenen; de oudst bewaarde dateeren uit het begin van de 17de eeuw. Ptuimschoots echter wordt dit gemis opgewogen door het behoud van een heele serie rekeningen van af het begin der 16de eeuw, met het register der resolutiën uit dienzelfden tijd Om nog te zwijgen van de uitvoeriger besproken reke ningen der Oostwatering van het begin der 15de eeuw, die, naar ik hoop, te eeniger tijd door den druk gemeengoed gemaakt zullen worden 1). Hoe gunstig hierin dit archief afsteekt bij andere van gelijken aard, blijkt het best door vergelijking b. v. met dat van het groote waterschap Schieland, waarvan de serie rekeningen eigenlijk pas begint met 1540, terwijl het zijn resolutiën niet liooger kan opvoeren dan tot diep in de 17de eeuw Waar het archief in den loop der eeuwen bewaard is geweest, is moeilijk te zeggen. Plet grootste gedeelte waarschijnlijk in de vergaderkamer van de Staten in de Abdijna den over gang meestal Statenkamer of 's Landskamer genoemd. Of daartoe dadelijk in 1574 het tegenwoordige verblijf, de oorspronkelijke Men ziet aan de Bijlagen hierachter, hoe verplichtend snel het Bestuur van liet Zeeuwseh Genootschap aan mijn wenscli te gemoet is gekomen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1907 | | pagina 58