BIJDRAGEN TOT DE KENNIS DER
KLEDERDRACHTEN IN ZEELAND EN HAAR
ONDERLING VERBAND
DOOR
J. DE BREE
(derde stuk)
IV. DE DOOR DE WALCHERSE BEÏNVLOEDE DRACHTEN
L DE AXELSE DRACHT
Inleiding
De aardrijkskundige indeling van Zeeuwsch-Vlaanderen in
een oostelijk en een westelijk deel is mede van toepassing op
de klederdrachten, aangezien deze in beide delen geheel ver
schillend zijn, hoewel er in het geheel slechts drie worden
gevonden. Hiervan kent het westelijk deel er één, t.w. de
Kadzandse dracht, terwijl voor oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen
van de Axelse en de Hulster dracht melding moet worden
gemaakt. Laatstgenoemde dracht komt echter sinds enkele
tientallen jaren niet meer voor en wijkt zo zeer af van de
overige, dat een beschrijving in deze bijdragen eerst later aan
de orde komt. Wij zullen ons derhalve voorlopig bepalen tot
een beschrijving van de costuums, zoals deze in het land van
Axel worden gedragen. Opgemerkt worde dat hoewel het
costuum aan Axel zijn naam heeft ontleend, het grootste aantal
dragers en draagsters niet in of nabij deze plaats wordt ge
vonden, maar in de dorpen Zaamslag en Hoek, terwijl ook in
Terneuzen het aantal tot voor kort niet onbelangrijk was. Dat
deze verhouding vroeger anders is geweest is niet uitgesloten,
want klederdracht heeft vaak de neiging in de buurt van de
steden het eerst te verdwijnen. Wij moeten hieraan echter direct
toevoegen, dat er ook voorbeelden zijn aan te wijzen, waarop
deze ontbindende factor niet van toepassing is. De dracht biedt
ook hier het algemene beeld van achteruitgang. Gedurende de
laatste decennia is de vrouwendracht teruggelopen, de zo
schilderachtige kinderdracht is thans geheel verdwenen, terwijl
ook het mannencostuum weinig talrijk wordt gevonden. Al is
het vrouwencostuum nog niet schaars te noemen, in aantal