nig te begrijpen, moeten wij op een bepaald type emblematiek ingaan,
nl. de emblematiek van wapenafbeeldingen.
Deze kunst werd in zuidelijke landen al vroeg, in de 16e eeuw beoefend.
Emblemen van wapens werden daar "deviezen" genoemd. Ze beston
den uit een wapenafbeelding met een berijmde verklaring, werden in
druk verspreid en zijn ons in verzamelbundels overgeleverd. Tot de
populairste bewerkers van zulke bundels hoorden Gabriel Symeoni,
Paolo Giovio en Claude Paradin, die omstreeks 1560 actief waren.85 Zij
bekommerden zich bij hun graafwerk naar verborgen betekenissen
uitermate weinig om heraldische vormen en regels en juist dat maakt
hun werk interessant voor dit onderzoek. Verklaring van wapens was
voor deze emblematisten een elitaire kunst, alleen voor ingewijden
toegankelijk. Hoe raadselachtiger de voorstelling, hoe meer eer er met
hun zinduiding te behalen viel. Giovio eiste van een goede wapenaf
beelding onder meer: "...qu'elle ne soit obscure de sorte qu'il soit
mestier d'avoir la Sybille pour truchement a la vouloir entendre, ne tant
clere que toute basse personne 1'entende..." Wat hem betrof, hoefde
het gewone volk er dus niets van te begrijpen. Ook voor de wapen
spreuk gold een zekere mate van onduidelijkheid als aanbeveling:
.et veut estre communement d'une autre langue, diverse au parler de
celuy qui fait la devise, a fin que le sentiment en soit quelque peu plus
couvert; veut encores le mot estre brief, mais non pas tant qu'il se
rendre doubteux, de sorte qu'estant de deux ou trois paroles il est trés
convenable".86
De "deviezen" van bovengenoemde auteurs waren ook hier te lande bij
liefhebbers bekend; de originele uitgaven werden naast Franse en
Nederlandse vertalingen en bewerkingen druk gelezen. In 1615 ver
scheen te Leiden een nieuwe bewerking "met uutlegginghen in rijm
vermeerdert" door Joost van Ravelenghien.87 Hij voegde aan elke
afbeelding toe "meestendeels acht, somtijds thien of meer regels in
dicht, dienende tot breeder uutlegginghe van elcke devise, waer in ick
getracht heb de woorden die op elcke schildery staen soo met de
bediedinge der schilderijen te vereenighen, dat men daer eenen bequa-
men sin uut scheppen can".
Ravelenghien volstond dus niet meer, zoals Giovio, met een afbeelding
en een esoterische uitleg daarvan, maar trachtte een voor ieder begrij
pelijke verklaring te geven, zij het niet volgens heraldische maar vol
gens emblematische beginselen. Ter vergelijking zijn hierbij afgedrukt
Symeons "devies" van het hertogelijk wapen van Savoye en Rave-
lenghiens bewerking daarvan88 (Afb. 46-47).
Wanneer nu Johan de Brune met het wapen van Zeeland op de emble
matische toer gaat, spiegelt hij zich aan het voorbeeld van Rave
lenghien. Toen eenmaal het zicht op en het inzicht in de klare heraldi
sche bouw verloren waren gegaan, was het wapen geworden wat het
173