en 1750-1799. Dit geldt ook voor de mannen, van wie overigens de
gemiddelde huwelijksleeftijd altijd hoger is dan die van vrouwen. Die
hogere huwelijksleeftijd van mannen, gevoegd bij hun relatief grotere
sterftekans, leidde er toe, dat meer huwelijken tot een einde komen
door overlijden van de man, dan door een overlijden van de vrouw (zie
bijlage III).
Mannen en vrouwen huwden doorgaans tussen de twintig- en dertigjari
ge leeftijd, maar dan ook in groten getale. De meerderheid van de
mannen trouwde tussen 23 en 26 jaar. De meerderheid der vrouwen
tussen 20 en 22 jaar. Dit kan men afleiden uit de modale cijfers in tabel
2.8.
De huwelijksleeftijd van de door ons onderzochte groep is dus hoog,
maar in vergelijking met andere groepen in dezelfde tijd niet uitzonder
lijk hoog. Ook het patriciaat van Genève trad in meerderheid in het
huwelijk als de twintigjarige leeftijd gepasseerd was. Alleen de Britse
adel trouwde in het algemeen iets jonger, hoewel voor haar het opvol-
gingsrecht van de oudste zoon op titel en familiebezit een belemmeren
de factor was. In Zierikzee speelde deze primogenituur geen rol; er
waren, zoals werd vermeld, wel verbodsbepalingen waarmee men de
gelijktijdige uitoefening van dezelfde ambten door naaste bloedverwan
ten wilde voorkomen. Maar die hadden geen aanwijsbare gevolgen
voor de huwelijksleeftijd. Het was in ieder geval niet zo, dat de leeftijd
van eerste huwelijk van de oudste en de jongere zoons noemenswaard
van elkaar verschilde.
X. Trouwen en hertrouwen.
Hoewel de sterfte onder volwassenen geringer was dan onder zuigelin
gen en kinderen, overleden er toch nog veel mannen en vrouwen op
betrekkelijk jeugdige leeftijd. Zo haalde 40 tot 50% van de gehuwde
vrouwen de vijfenveertigjarige leeftijd niet, ten dele als gevolg van
sterfte in het kraambed. In tabel 2.9 hebben we deze "onvoltooide"
huwelijken naar de cohorten gerangschikt.
tabel 2.9 Huwelijken waarin de vrouw overleed vóór het bereiken van de
vijfenveertigjarige leeftijd numeriek en procentueelin de di
verse cohorten.
Mannen geboren tussen:
N
1500-1549
107
59,8
1550-1599
172
57,9
1600-1649
195
55,3
1650-1699
102
46,7
1700-1749
48
37,8
1750-1799
26
42,6
38