zeilt het zo snel, dat het door bijgelovige zeelui De Vliegende Hol lander wordt genoemd. (Die snelheid is mogelijk een echo van de verhalen over de bovengenoemde Barend Fokkes.) Van Halen, teleur gesteld in de medemens, wordt steeds eenzelviger, verdoet zijn schip aan de boekanier Lolonais en komt later om. Na een vreselijke, fatale slag vlucht het gehavende schip uiteindelijk weg uit het Caribisch gebied, en wordt nadien nog in de Stille Zuidzee gezien. Erg bevredigend vind ik Marryats happy end intussen niet. Dan bevalt mij kapitein Ahab van de Pequod beter. Herman Melville's sinistere held uit Moby Dickor the White Whale (1851) kostte de auteur voor de rest van diens leven zijn populariteit; de bressen die de bezeten zeevaarder sloeg in de gemoedsrust van Melville's lezers bleken na decennia nog niet gedicht. Ahab immers had geen bood schap aan splinters van het H. Kruis; hij was overtuigd van de boos heid van het Opperwezen en zag in de afzichtelijke witte walvis het symbool van het fundamentele kosmische kwaad. Hij joeg dat kwaad na tot het hem voor eeuwig in de diepte trok. Je hoort daar als het ware de muziek bij, niet die van Wagners Der Fliegende Hollander waarin 't ook verlossing is wat de klok slaat, al wordt hier de klepel gehanteerd door de aanbiddelijke Senta, maar de helse muziek die soms overwoei van spookschepen, of de obscene horlepiep van orkestjes die de boekaniers vaak aan boord hadden, en die aan het werk werden gezet wanneer een 'prijs' werd aangevallen. 6. Walter Scott, Heinrich Heine, Slauerhoff, Vestdijk, Van het Reve - het is weinig aanlokkelijk om een logboek te produceren van Van der Deckens reis door de vaderlandse en wereldliteratuur sinds 1821. De figuur van de rusteloos dolende kapitein is door velen op ver schillende wijze geïnterpreteerd, en soms op een koers gezet die wel nooit naar Oost-Indië zal voeren, en zelfs niet naar de Tafelbaai. Om weer naar Zeeland te keren: in het aan de Vliegende Hollander gewijde themanummer van Ballustrada bij voorbeeld zet Laurens Geerse de fantoomschipper in bij een jacht op enkele particuliere spoken, voor eeuwig gebannen binnen de hermetische grachten gordel van Zeelands in onbruik geraakte hoofdstad. Wat vaart daar in de verslibde vesten? Brigantijnen, fluiten en karvelen, boordevol geladen met oude en nieuwe grieven jegens de doden en de levenden. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1993 | | pagina 14