een cycloon. De wervelstorm is letterlijk weggevaagd, alsof een Hemels Zeegerecht er plotseling een eind aan heeft gemaakt. Het tweede deel dat als enige aansluiting bij deel I heeft, dat het onderwerp weer het spookschip is, is als een zelfstandig gedicht op te vatten. Het is meer afgerond, compacter en minder divergerend dan het eerste. De strofen zijn dan ook regelmatig, wat het gesloten karakter benadrukt. Slauerhoff was allesbehalve vormeloos en slordig, wat hem vaak verweten is. Deel II geeft een gedetailleerde beschrijving van het scheepswrak met een gestalte die steeds op de achtersteven staat. Het opvallende hier bij is dat dit spookschip altijd vaart, ook bij windstilte, maar dat het nooit vordert. Geen orkaan zelfs kan het zeil raken, 'want geen drift die deze doode ruimte verdraagt'. Een paradoxale situatie. In zijn jeugd heeft het schip nog gevaren maar tenslotte: 'aschgrauw van ouderdom' verdraagt 'deze doode ruimte geen drift'. Is dit schip de metafoor van de vergankelijkheid van het leven? Bij Slauerhoff, die geobsedeerd was door ontbinding en vergankelijkheid, geen ver gezochte interpretatie. Een van de sage volkomen afwijkend gedicht is 'De Piraat en de Vliegende Hollander op de Lethe'. Een piraat die op de rivier van de vergetelheid zijn heil zoekt in de onderwereld, ontmoet daar de Vliegende Hollander. De piraat die in zijn leven alles is ontvlucht wat geborgenheid, rust en liefde betekent, lijkt mij het beeld van de dichter zelf, die onvoldoende redding en vergetelheid vindt. Hij ontmoet in de Vliegende Hollander een ervarener stuurman. De piraat wordt ingewijd tot tweede stuurman en samen bevaren ze de wereldzeeën. 'Zoo door de ervaarne tot tweede ingewijd' wijst erop dat de piraat als tweede stuurman op het andere schip, het schip van de Vliegende Hollander, is aangemonsterd. Greshoff Ook in 1926 verschijnt in de bundel Aards en Hemels van Jan Greshoff het gedicht 'Voor de Storm'. Dit vrij bekende gedicht - het komt nog al eens in bloemlezingen voor - doet door de eerste strofen direct denken aan de Vliegende Hollander: Een zeil en een perfide wind; Dit spookschip: 'Het Verlangen' glijdt 55

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1993 | | pagina 55