Zicht op cle haven van Zierikzee, eind 18de eeuw. Gravure door M. Sallieth naar een tekening van D. de Jong (Historisch-topograjische atlas, nr. TI-IA 0271. Gemeentearchief Schouwen-Duiveland. Zierikzee). De rederij onder directie van Joost IJzerman Op 5 februari 1773 overleed Marinus Bonifacius de Jonge op 36-jarige leeftijd en liet zijn vrouw Hillegonda Christina met vijf jonge kinderen achter. Andries Heshuijsen stierf drie jaar later en omdat zijn huwelijk met Johanna van der Os kinderloos was gebleven, had hij zijn erfenis onder de vijf minderjarige neefjes en nichtjes ver deeld. Cornelis de Jonge, de oudste zoon van zijn nicht en zakenpartner, erfde niet alleen de leengoederen, waaronder de heerlijkheid Drcischor, maar zou na zijn meerderjarigheidsverklaring ook de zaken van zijn vader en oom voortzetten.10 Volgens het testament, dat Heshuijsen kort nadat zijn vrouw in 1773 was overleden, liet opmaken, kreeg zijn neef het "aandeel in het comptoir van negotie op naam van Heshuijsen en De Jonge". Daaronder vielen alle schepen en onroerend goed waarvan de firma eigenaar was of als boekhouder namens partenrederijen optrad. Bovendien kreeg Cornelis de Jonge het ingepolderde land Dreischor-Nieuwland met de daarin liggende landbouwgronden en een hofstede in Dreischor. Zijn jonge re broer Frans Andries kreeg eveneens een hofstede en erfde cle eerder genoemde parten in de verschillende meestoven. De overige drie kinderen ontvingen naast onroerend goed een flink kapitaal in geld en sieraden. Tot aan de meerderjarigheidsverklaring van Cornelis de Jonge zou Joost IJzerman de zaken van de firma Heshuijsen De Jonge behartigen. IJzerman, een voormalige zeil maker, was in 1768 als kassier bij het handelshuis Heshuijsen De Jonge aangesteld. 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2008 | | pagina 15