Enkele maanden later werd hij opgevolgd doorjohan Willem Sextroh, die zijn leiding gevende capaciteiten in voorgaande jaren ruimschoots had aangetoond. Als schipper op het met stukgoederen geladen Zierikzeese fregat Vromv Catharina Jacoba was hij namelijk in juli 1780 naar Curasao gezeild. Kort na aankomst brak cle oorlog uit en werd zijn schip door commandant Justus Boot van het Nederlandse oorlogschip Beverwijk gevorderd voor de landsverdediging. Het fregat werd met 31 stukken geschut bewa pend en Sextroh kreeg de opdracht om zoveel mogelijk scheepsvolk van andere sche pen te monsteren. Op de vraag van de bemanning wie hen zou betalen, antwoordde Sextroh, dat als "het Land hen niet betaalde, dat hij hun dan uijt zijn zak zou betaalen". De Vrouw Catharina Jacoba, bemand met 84 koppen en voorzien van marinewimpel, zou in het daaropvolgende jaar worden ingezet tegen de Engelsen. In de zomer van 1782 keerde Sextroh in Zierikzee terug en werd korte tijd later tot gezagvoerder van de Goede Verwachting benoemd. Op 28 oktober 1782 koos Sextroh het ruime sop en kreeg dezelfde dag nog een zeil in zicht. Bij nadering trachtte de Engelse kotter te vluchten, waarop Sextroh de ach tervolging inzette en een schot loste. Na het derde schot streek de Engelse kapi tein Matthew Flynn zijn vlag. Volgens Flynn was zijn schip de Dolphin, de 'konings pakketboot' van Harwich, maar daar hij geen paspoort van de Staten-Generaal kon tonen, verklaarde Sextroh de kotter tot prijs. Pogingen om enkele postzakken over boord te gooien, konden worden verhinderd en men vermoedde spionage. De poststukken werden later door admiraliteitsfunctionarissen doorzocht, maar men trof geen staatsgeheimen of andere belastende zaken aan. De stukken werden weer ingepakt en met excuses van de Staten-Generaal aan de Engelsen teruggegeven. Sextroh was ondertussen alweer op zee en wist in de daaropvolgende weken opnieuw toe te slaan. Hij nam drie Engelse schepen, waaronder een fregat en een Engelse Oostzeevaarder. Na de wapenstilstand met de Engelsen werd de Goede Verwachting als koopvaarder ingezet. Veel profijt heeft de rederij daar niet van gehad, want een jaar later verongelukte het schip op de Franse kust. Besluit Met zijn opmerking over de desastreuze oorlogsgevolgen voor de Zierikzeese scheepvaart, sloeg De Kanter Phil.z de spijker op zijn kop. De economie had zware tegenslagen moeten incasseren en wist zich nauwelijks te herstellen. Ook de firma Heshuijsen De Jonge is het verlies van schepen en de tot stilstand gekomen han delsvaart niet te boven gekomen. De overgebleven vaartuigen, veelal kleine hoe kers, waren niet geschikt voor de West-Indische vaart en de firma heeft die ook niet meer hervat. Maar ook de Europese vaart nam zienderogen af. Zoals testamentair was vastgelegd, was het boekhouderschap van de firma ondertussen op Cornelis de Jonge overgegaan. Lang heeft hij zich niet van zijn taak kunnen kwijten, want aan het begin van de jaren '90 zeilden de laatste hoekers van de firma uit. We kunnen slechts concluderen dat de firma Heshuijsen De Jonge zijn han delsbeleid herhaaldelijk heeft aangepast. Zo werden in de jaren '60 verscheidene kleine hoekers verkocht, die voorheen voor cle handel in levende vis en schaaldie ren waren ingezet. De resterende schepen werden vervolgens voor verder gele gen Europese bestemmingen uitgerust. Daarnaast werd de West-Indische vaart geopend. De firma heeft zich aanvankelijk goed staande gehouden, maar schakelde door de krimpende markt wel steeds meer over op risicovolle scheepvaart. Ook die kon uiteindelijk de neerwaartse economische lijn niet ombuigen. 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2008 | | pagina 18