Ter tafel komt de door het onderwijzend personeel ingediende opgaaf van
lesuren van herhalingsonderwijs van November en December. Om reden
in de maand November geen herb, onderwijs is gegeven en dus de opgaaf
is in strijd met de waarheid, wordt ze niet goedgekeurd.
Tekeningen van Paulusse van zijn vrouw en twee van cle drie kinderen
Hier ligt de kiem van een diepgaand conflict. Onderwijzers konden in deze tijd
naast hun gewone lesuren extra ouderwijs geven. Dat kon zijn herhalingsonderwijs,
Franse les en vervolgcursussen. Onder herhalingsonderwijs werd verstaan 'het hou
den van avondschool' voor kinderen, die overdag geen onderwijs konden volgen
of voor hen die nog wat bij wilden leren na de gewone lagere school. Het herha
lingsonderwijs werd na verloop van tijd bijna overal gegeven. Er gingen immers in
cle eerste helft van de twintigste eeuw relatief weinig leerlingen naar het voortgezet
onderwijs.6 Onderwijzers werden voor die cursussen extra betaald öf door de ge
meente, of door de ouders. Paulusse gaf met toestemming van het college Franse les
waarvoor hij rechtstreeks geld van de leerlingen of hun ouders ontving.
Onder vervolgonderwijs moet verstaan worden de lessen die na het zesde leerjaar
overdag werden gegeven. Dit onderwijs komt onder verschillende benamingen
voor, bijvoorbeeld als 'voortgezet gewoon lager onderwijs', maar meestal 'uitge
breid lager ondeiwijs'. Na verloop van tijd werd dit ondeiwijs öf de zogenaamde
zevende en achtste klas van cle lagere school öf een afzonderlijk opleiding met
een cursusduur van drie of vier jaar, met de benaming 'meer uitgebreid, lager on
derwijs'. Tijdens Paulusse's periode als hoofd van Renesse is enkele jaren serieus
geprobeerd aan zijn school een reguliere 'ulo voor West-Schouwen' te stichten.7
De pogingen zijn na enkele jaren gestaakt.
Heeft Paulusse bij het opgeven van de uren voor het herhalingsonderwijs in 1918
onwaarheid gesproken, zoals B W zeggen? Het lijkt eerder dat er aan de 'on
ware' opgave een verschil van mening ten grondslag ligt: Paulusse c.s. menen
recht te hebben op de vergoeding, ook al gaan de lessen niet door, bijvoorbeeld
wegens gebrek aan leerlingen. Dit soort bezoldigingskwesties is in die tijd op veel
plaatsen een bron van conflict.
De gemeentelijke stukken geven geen uitsluitsel hoe de zaak in Renesse is op
gelost. Het lijkt erop dat Paulusse zich er aanvankelijk bij neergelegd heeft. Maar
47