Breen buitengewoon op Paulusse was
gesteld. Zonder kennis van de gang van
zaken in het dorp achter de duinen is de
volgende passage in een brief aan Piet
Meertens van Van Breen (28 december
1928) onbegrijpelijk:
Kijk, ik heb een razende hoogachting
voor een man als P. die, tot het uiterste
gefolterd, links en rechts rond zich heen
slaat. De vorige dokter is weggewerkt; de
dominé is aangeklaagd bi] de synode; te
gen een der ivetbouders heeft hij bij justi
tie een klacht ingediend, de burgemeester
heeft hij geestelik afgeranseld. Dal is het
enige ivat. helpt: God, de Zeeuwen, wat
een ongelooflik gedegenereerd ploertig
zootjeZeeuwse vroomheid, laat je toch
niet verleiden door de schijn. De ver
vloekte ortodoksie heeft van de Zeeuwen
beesten gemaakt.
Nieuwe wegen
De werkrelatie met het plaatselijk bestuur is slechts een kant van Paulusse. De an
dere kant zal voor het bestuur evenzeer niet onopgemerkt zijn gebleven: Paulusse
bemoeit zich met de dorpspolitiek. Op zaterdag 2 april 1919 is er een openbare
vergadering in Renesse van de vereniging 'Dorpsbelang'.13 Daar houdt Paulusse
een lezing, 'waarin hij de wenschen van die vereeniging omtrent de gemeentepoli
tiek uitvoerig besprak'. Ook zet Paulusse het stelsel van de evenredige vertegen
woordiging uiteen en later wordt op de vergadering een lijst van kandidaten voor
de gemeenteraad vastgesteld.
Een paar dagen later, op 4 april 1919, wordt onder de naam Z een ingezonden brief
in de Zierikzeesche Nieuwsbode afgedrukt met onder andere de volgende passage:
Uw verslaggever is niet volledig; hij heeft (opzettelijk?) vergeten melding te
maken van het slot dier lezing, waarin de heerP. op hatelijke meer dan ha
telijke wijze de bewoners van Renesse, die geen lid willen zijn van Dorps
belang' em die de daden van die Vereeniging beoordeelen of veroordeelen,
uitgescholden daarbij leugentaal gebruikt, die menschen bekrompen ge
noemd en meer dergelijke uitdrukkingen gebruikt.
Paulusse verweert zich in het volgende nummer (8 april 1919) met onder andere:
'Ik betreur het, dat de heer Z. tracht om tegen de verkiezing een strijd te ontkete
nen over en tegen persoonen, en ik geef hem dan ook in overweging om het hier
bij te laten en zich niet uit te putten in een onvruchtbaren woordenstrijd, waarin
hij noodzakelijk het onderspit moet delven.' Marginale schermutselingen: ze laten
zien dat Paulusse in het dorp als hoofd der school een bijzondere positie inneemt
ten opzichte van het gemeentebestuur.
51