Het is een latinisering van de eigen naam, of een poging tot een Latijnse vertaling
daarvan. Na intrede schrijven alle nieuwe leden een soort levensbeschrijving in
het zogeheten broederboek. Tot en met 1934 is Schuurbeque Boeye lid van de
sociëteit De Witte en van de broederschap. Als hij naar Zierikzee vertrekt, zegt hij
zijn lidmaatschap op en wordt hij 'dolende broeder' van Octavia.
Koos Schuurbeque Boeye blijft niet alleen. Tijdens het huwelijk van zijn vriend
Rudolf (Ru) Bijleveld in 1925 ontmoet hij Henriëtte (Jet) Tollenaar. Jet is net als
Koos enig kind en dochter van Jean Fréderic Tollenaar en Jeannette Louise de Bas.
Ze wordt geboren in Semarang in Indonesië, waar haar vader administrateur is
op een suikerfabriek. Omdat haar moeder niet tegen het tropische klimaat kan,
vertrekt het gezin uit Indonesië en komt Jet als vijfjarig meisje in Amersfoort terecht.
Na haar jeugd gaat zij in Amsterdam in de verpleging werken. Daar raakt zij bevriend
met Sara Hanrath, die in 1925 trouwt met Ru Bijleveld. Zo ontmoeten Jet en Koos
elkaar. En hoewel Koos Jet al na enige tijd ten huwelijk vraagt, moet hij nog tot 1933
wachten totdat zij uiteindelijk instemt. 20 januari 1933, op een koude winterse dag,
trouwen zij in Den Haag. Ze gaan wonen in de Bankastraat 44.
Het geslacht Schuurbeque Boeye en Zierikzee
Al in 1471 is een voorvader van Koos burgemeester van Zierikzee. Nadien zouden
er vele volgen. Weer anderen uit het geslacht zijn raad, schepen, thesauriër of
advocaat van de stad. Een van de opmerkelijkste figuren is Samuel Boeije (1757-
1819). Samuel Boeije, heer in Oud- en Nieuw-Vossemeer en Vrijberghe, was de
zoon van mr. Johan Boeije en Anna Schuurbeque en bekleedde belangrijke posities
in Zierikzee. Hij begon als houtkoper (hij bezat twee houtzaagmolens) en werd
schepen en raad van de stad. Na de Franse bezetting in 1795 werd hij president van
de stadsraad. In 1801 werd hij lid van de commissie van het bestuur over Zeeland
en van 1809-1810 kwartierdrost over Tholen, Schouwen en Duiveland. Van 1810
tot 1811 was hij onderprefect van het
arrondissement Zierikzee. Daarna werd
hij nog viceconsul van Denemarken en
^Noorwegen in Zierikzee.
Samuel Boeije leefde in een turbulente
tijd en raakte zelfs in levensgevaar. Eind
achttiende eeuw speelde er een strijd
op landelijk niveau tussen de orangisten
(aanhangers van de stadhouder) en de
patriotten. De patriotten, geïnspireerd
door ideeën van de Verlichting, wilden
democratisering van het bestuur. Zij
kwamen in opstand tegen de zwakke
stadhouder, zijn absolutistisch bewind en
het nepotisme, waarbij gewone burgers
uitgesloten werden van de politiek en
het bestuur. Samuel Boeije behoorde
tot de patriotten en raakte in 1787
betrokken bij een vechtpartij, waarbij hij
ternauwernood aan de dood ontsnapte.
Samuel Boeije, door Henry Dufour Samen met twee andere afgevaardigden
(collectie Gemeentearchief Zierikzee, 0073) van Zierikzee zou Boeije naar een staats-
86