Ontmoetingen met Vijverberg
en de vogelwereld
van zijn tijd
21
De zomervakantie (of zo u wilt de „grote" vakantie)
van 1920 was weer voorbij. Het nieuwe schooljaar
van de R.H.B.S. te Zierikzee nam een aanvang.
Holm, de concierge, had het groene poortdeurtje
aan de Manhuisstraat weer geopend en was ge
reed om met het nooit meer te vergeten belgeklin-
gel begin of einde van de lesuren aan te kondigen.
Tevoren had direkteur J. A. de Bruijne nog een
oplossing moeten zoeken voor een kleine onvolko
menheid in de verzorging van de biologielessen.
„Natuurlijke geschiedenis" heette deze tak der we
tenschap in die tijd officieel, maar in ons leerlin
genjargon was het „natte his". Wat was het geval?
De leraar Ir. J. G. Roest Crollius, die naast scheikunde, vanaf 1913 dit vak
had gedoceerd, had Zierikzee vaarwel gezegd. En zijn opvolger Ir. H. A. J. Pie-
ters was door een of andere omstandigheid nog niet in de gelegenheid alle
uren Natuurlijke geschiedenis voor zijn rekening te nemen.
De oplossing werd gevonden door, tijdelijk, een paar uren per week het
hoofd der O.L. School van Noordgouwe, J. Vijverberg, als leraar te laten op
treden. Uiteraard moest dit dan op de zaterdagvoormiddag gebeuren, daar
dit het enige deel van de week was waarop deze zich vrij kon maken.
Aldus geschiedde en Vijverberg kreeg de tweede klas toegewezen. Het
lesprogramma „natte his" voor die klas hield in dat vooral de vogels aan bod
zouden komen. Dat deze man toen al tot ver buiten Schouwen-Duiveland
naam gemaakt had door zijn kennis van de vogelwereld en zijn fotografische
kunststukken op het gebied onzer gevederde medeschepselen wisten wij
nog niet of nauwelijks.
De verstandhouding die tussen die tweede klas en deze, van ons „eigen" ei
land afkomstige, opvoeder der jeugd ontstond was erg goed. En zijn sympa
thieke, rustige manier van lesgeven, waarin dikwijls, zovele ons bekende
plaatsen van het eiland mede ter sprake kwamen, boeide ons zo zeer, dat
zonder overdrijving, meer dan het „normale" kwantum van de leerstof is blij
ven „hangen".
Persoonlijk heb ik het als een groot voorrecht beschouwd juist tot die twee
de klas te hebben mogen behoren. Ik ben er zeker van dat de liefde voor de
vogels, die me mijn hele verdere leven is bijgebleven op het conto van Vijver
berg mag worden geschreven.
Nog altijd kan ik me duidelijk voor de geest halen hoe hij 's zaterdagsmor
gens met z'n motorfiets door het al eerder genoemde poortje binnenkwam.