van dit terrein ging een deel van de inlaag verloren. In het westelijk deel werd
de inlaag echter kunstmatig vergroot. Dit nieuwe gedeelte bestaat uit vrijwel
onbegroeide, zandige bodem. De oorspronkelijke inlaag bestaat uit zilt gras
land, doorsneden met slootjes. De aanleg van het werkterrein heeft weinig
invloed gehad op de broedvogelbevolking. De slechts twee hectare grote In
laag bij Burghsluis (2) bestaat uit zilt grasland en een ondiep plasje. De aan
tallen broedvogels zijn hier gering, doch opvallend is dat zelfs hier nog Kluut
en Tureluur broeden.
De Koudekerkse Inlagen (3) bestaan uit drie grote inlagen, waarvan alleen de
twee oostelijke van betekenis zijn als vogelgebied. De meest westelijke in
laag is in het bezit van een projektontwikkelaar en momenteel in gebruik als
bouwland. Van de andere twee inlagen (samen ca. 70 ha) is 22 ha in beheer
bij de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels. Ze bestaan uit
zilt grasland, enig bouwland en vele smalle slootjes. Ten westen van de
Flaauwers- en Weevers Inlagen (4a) was vroeger nog een inlaag: de Heertjes
Inlaag. Deze ging verloren in 1953 en tegenwoordig ligt hier de Schelphoek.
De Flaauwers Inlaag en de Weevers Inlaag zijn inlagen met zout water en en
kele eilandjes (zogenaamde „hillen"). Achter de Flaauwers Inlaag ligt de
spuikom van het voormalige gemaal „Prommelsluis".
Grenzend aan de Weevers Inlaag liggen de vogelrijke karrevelden van de
Prunjepolder (4b), die zich tot aan de Delingsdijk uitstrekken.
De Suzanna Inlaag (5) bestond vroeger uit twee inlagen: de Suzanna Inlaag
en de Kisters Inlaag. Tegenwoordig is het één grote inlaag met zout water en
een klein eilandje. De aangrenzende karrevelden (5b) bestaan uit zilt gras
land met veel slootjes.
De Cauwers Inlaag (6a) is een inlaag met zout water en vele kleine eilandjes