55 Oorzaken van veranderingen in de broedvogelbevolking De laatste decennia zijn er nogal wat, vooral negatieve, veranderingen opge treden in de aantallen broedvogels van inlagen en karrevelden op Schouwen- Duiveland. Deze veranderingen hebben meerdere oorzaken. In de eerste plaats zijn er de landschappelijke veranderingen door de ruilverkavelingen en de daarmee gepaard gaande verlaging van het grondwaterpeil in de pol ders, hetgeen met name de karrevelden beïnvloedt. De „hillen" in de inlagen worden nauwelijks meer onderhouden en hebben door afslag en verruiging hun funktie als broedplaats grotendeels verloren. Op vele plaatsen worden slootjes en plasjes volgestort met puin, grond en vuil. Behalve een ernstige aantasting van het karakteristieke landschap betekent dit ook een verlies van broedgelegenheid en fourageermogelijkheid voor vele vogelsoorten. In 1978 werd het storten van puin en vuil geconstateerd in de volgende gebie den: Westenschouwense Inlaag, Inlaag bij Burghsluis, karrevelden achter de Cauwers Inlaag, karrevelden bij Levensstrijd, Zuidhoek Inlagen en droge In laag bij Bruinisse (Meininger, 1978). De situering van de regionale vuilstort plaats, nabij de Weevers Inlaag, is uit landschappelijk oogpunt weinig geluk kig. Bovendien vormt deze stortplaats een uitstekende fourageerplaats voor Zilvermeeuwen, waardoor het gehele jaar door extreem hoge aantallen (vele duizenden) in de inlagen en op de karrevelden in de omgeving aanwezig zijn. Dit zal waarschijnlijk een negatieve invloed hebben op dichtheden en broed- sukses van de weidevogels. De recente werkzaamheden ten behoeve van de dijkversterkingen zijn plaatselijk (Zuidhoek Inlagen. Koudekerkse Inlagen) ten koste gegaan van de oppervlakte van de inlagen. Dan zijn er nog de direkte menselijke verstoringen. Een sportvisser die vanaf de zeedijk in de Oosterschelde vist, brengt alleen enige verstoring bij aan komst en vertrek, maar vaak is het gehele gezin van de visser, inclusief kin deren en honden, aan de inlaagzijde van de dijk aan te treffen, hetgeen een voortdurende bron van verstoring betekent. De toename van het aantal re creanten op Schouwen-Duiveland is ook in de inlagen goed merkbaar, wat waarschijnlijk niet in de laatste plaats is te danken aan de toeristische route van de ANWB, die langs de Flaauwers- en Weevers Inlagen en langs de Kou dekerkse Inlagen loopt. Ondanks het feit, dat het rapen van eieren geheel is verboden, worden er nog steeds jaarlijks eieren geraapt van o.a. Kokmeeuw, Scholekster, Kluut en Kievit, terwijl nog in juni 1978 in de Zuidhoek Inlagen een kolonie Visdieven van 20 nesten „verdween". Het is ook de vraag of het volksgebruik van het snijden van zeekraal in de inlagen en op de karrevelden tegenwoordig niet moet worden beperkt. Zeekraalsnijders veroorzaken vaak langdurige versto ring en laten bovendien de gevonden eieren lang niet altijd liggen, hetgeen ook een traditioneel volksgebruik is. Samenvattend kan worden gesteld dat de broedvogelbevolking van inlagen en karrevelden door allerlei factoren negatief wordt beïnvloed. Inlagen en karrevelden zijn een belangrijk landschappelijk element van zowel de Oosterschelde als van Schouwen-Duiveland, en hebben bovendien grote na-

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1980 | | pagina 55