in het midden laten. Misschien komt de ARP, maar dan op een andere manier, ook wel in aanmerking als voortzetting van deze traditie. Eén ding wordt in ieder geval duidelijk voor wie kennis neemt van de levensbeschrij vingen van Laurens Ingelse en Kornelis de Korte, en van hun ideeën over een gekwali ficeerde overheid: namelijk dat de voorlopers van de Staatdkundig Gereformeerden uit de negentiende eeuw, Ledeboerianen zoals de Walcherse landbouwerszoon David Janse, hun maatschappijvisie met recht konden terugvoeren op het verleden. Voor het achttiende-eeuwse Walcheren dat zij uit overlevering nog kenden, klopte de situatie waarin welvaart, orthodoxie en een gekwalificeerde overheid samenvielen en waarin de 'ware gelovigen' met om hen heen de belijders van de orthodoxie, de Oude Constitutie overeind hielden. In dal licht mag het ons niet verwonderen dat de Walcherse SGP in de twintigste eeuw geen spoor van antithetisch piëtisme heeft laten zien, maar veeleer aansloot bij de tradi tie van de medezeggenschap van de boeren in gemeenteraden en polderbestuur. Het was de traditie van de nuchtere en zuinige landman die de hogere overheden profetisch durfde kritiseren. Niet alléén omdat dat door leiders als Ds Kersten en Ds Zandt tot beginsel verklaard was, maar ook omdat zij zich verplicht voelden om als vrije burgers de daden van de heren te toetsen aan recht en billijkheid. Niet voor niets was de eerste SGP-burgemeester van Nederland, David Kodde, een Walcherse boerenzoon wiens vader lid van Walcherens polderbestuur geweest was. Om nu tot slot nog even terug te komen bij de Sanderse's, wil ik nog even verklappen dat behalve Neeltje, de zorgzame vrouw van Laurens Ingelse, nèg een lid van deze familie in het verhaal voorkomt. Jacob Sanderse is één van de twee burgemeesters van Westkapelle die met de schepenen hel besluit neemt om IJsbrand Borggraaf uit de smalstad te verbannen. Waarschijnlijk, zo vertelde Cornelis Sanderse me desgevraagd, was hij afkomstig uit die tak van de familie die molenaars waren, en welgestelde lieden. Van Jacob Sanderse. hoe welgesteld ook, weten we verder niets. Van zijn familielid Neeltje en haar man Laurens des te meer - en dat lijkt me een gelukkige omstandigheid. Noten 1. Dit artikel is gebaseerd op de tekst van een lezing, gehouden op 13 november 1993 in de Hervormde Kerk van Grijpskerke. Zij werd gehouden ter gelegenheid van de aanbieding van het eerste exemplaar van de familiegeschiedenis 'Den éélen Sandersen boel' door Cornelis Sanderse. 2. L. Ingelse, De genaderijke leidingen Gods met zijne uitverkorenen, gebleken in de onlusten op het eiland Walcheren in de jaren 1776 tot 1779, Domburg, z.j., p. 15. 3. Ingelse, a.w., p. 19. 4. Oud-archief Waterschap Walcheren, inv.nr. 29, notulen van 19 mei 1768. 5. Ingelse, a.w., p. 43. 6. K. de Korte, Bevindingsweg en gevangenschap, Rotterdam, 1935, p. 15. 7. De Korte, a.w., p. 6. 8. De Korte, a.w., p. 4. 9. De Korte, a.w., p. 41 10. Zie ook: L. Ingelse, Merkwaardige bekeeringsgeschiedenis. Domburg, z.j. 106

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1994 | | pagina 108