De Middelburgsche Courant van 29 december 1945 maakt de balans op. In oktober is Walcheren bewesten het kanaal - 13.500 ha - weer aan de zee ontworsteld. Het herstel van de beschadigde woningen is energiek ter hand genomen. Het reizen was nog steeds geen plezier. Wie om 09.50 uur de boot Vlissingen-Breskens neemt, moet tot 13.40 uur wach ten voor hij naar Temeuzen kan vertrekken, waar hij om 15.45 uur arriveert. De verbinding met Holland komt pas tot stand als in januari 1946 de Moerdijkbrug voor auto's is hersteld. Voor het spoor zal dit pas in augustus het geval zijn. Het draagvlak van de Nederlandse economie is klein. De nationale schuld beloopt 18 mil jard gulden (nu het jaarlijkse tekort), het financieringstekort 2,2 miljard. Daarom ging het herstel na de watersnoodramp van 1953 veel sneller. Het buitenland en na de bevrijding overig Nederland - tezamen toch een uitgestrekt gebied - verlenen hulp en bijstand. Ik herinner me dat Amerikaanse familieleden zout wilden zenden en er werd zelfs gespro ken over het sturen van wormen, waarvan het bestand in het zoute water was vernietigd. In de krant van 29 mei 1945 wordt vermeld dat Amerikaanse Quakers zwarte wol voor kou sen zullen zenden, een staaltje van specifieke aardrijkskunde. De armoede uit zich ook in de ruiladvertenties. Wie ruilt mijn vooroorlogse gordijnen tegen vijf poeljes aan de leg? Wie geeft zijn theeservies voor mijn pumps? De prijsbeheersing stelt vast dat een gemid delde damesmantel niet meer dan 50 gulden mag kosten. Het cabaret De Contrasten ver zoent zijn toehoorders met de algemene misere. Een van de medewerkers ziet bij een slager een aanbieding liggen: brood met kroket en zuur voor een kwartje. De slager over handigt de kroket. Vraag: waar is het brood? Antwoord: dat zit in de kroket. Vraag: en het zuur? Antwoord: eet dan eerst de kroket maar eens op. Maar op 1 april 1946 wordt de centrale keuken gesloten. Er is te weinig belangstelling meer. Industrie en handel liggen er berooid bij. De Schelde krijgt gebrek aan opdrachten. De Marine dreigt uit Vlissingen te vertrekken evenals de Maatschappij Zeeland. Bij gebrek aan arbeidskrachten - een algemene klacht, ook in de landbouw - komt een vliegtuigfa briek niet naar Vlissingen. De Vitrite in Midddelburg is zijn afzet kwijt en heeft te weinig brandstof. De Zeeuwse Confectiefabriek kan geen meisjes krijgen en kondigt zijn vertrek aan. De regering wil zijn medewerking verlenen ontmantelde Duitse industrieën naar Zeeland over te brengen. De beurtschippers, de haringvissers en de vlassers - een export verbod - kunnen geen zaken doen. Na de bevrijding wordt Rotterdam geteisterd door stakingen, georganiseerd door de com munistische Eenheidsvakcentrale, maar in Zeeland slaat dit niet aan. Premier Schermer hom dreigt het leger in te schakelen. Er wordt overwogen een arbeidsplicht in te stellen voor werknemers en werkgevers (sic!). De ZLM - altijd haantje de voorste - organiseert in het voorjaar van 1946 al weerde eerste landbouwdagen, signaal van herstel toch. De land bouwmechanisatie gaat in versnelde tred door. Door lage lonen en slechte kleding zien de boeren hun landarbeiders naar de droogmaking uitw ijken. Ook andere gevaren dreigen. In april 1945 vindt de 12-jarige Louis Maljers in een dakgoot in de Stationstraat in Middel burg een coloradokever en meldt dit aan het polititebureau; hij moet nu 61 jaar zijn. Louis bedoel ik. 39

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1994 | | pagina 41