tig inwoners lieten het leven en honderden huizen waren rijp voor sloop. De Engelsen konden de stad niet lang in bezit houden omdat een moeraskoorts uitbrak en tal van soldaten door ziekte de dood vonden. Zo volgde in 1810 een periode van opbouw en versterking van de vesting onder Frans gezag. Wat er nog over was van de stad werd nog verder gesloopt om plaats te maken voor een uitgebreid stelsel van grachten en wallen. De gehele wijk "Oude Timmerwerf', de plek waar Michiel de Ruijter twee eeuwen eerder aan het wiel draaide en waar vermoedelijk ook zijn geboortehuis stond, werd gesloopt om plaats te maken voor een bomvrij hospitaal. De ingrijpende veranderingen aan de overzijde van de haven hadden kennelijk geen invloed op de oude toren. Zij raakte meer en meer in verval en moest in 1853 wegens bouwvalligheid worden afgebroken. Op de plaats waar eens de Altena Poort had gestaan, verrees in 1855 een huis van bewaring en menig booswicht zal vanaf die plek een verlangende blik naar zee hebben gericht. Tot 1910 bleef het westelijk deel van het ge bouwencomplex, dat gelukkig in zijn uit 1855 daterende vorm is herbouwd, nog dienst doen als bureau van politie. Daarna is het in particu liere handen overgegaan. Bureau van politie met vissersvrouwen Dit hospitaal is er niet gekomen en ter plaatse is in 1823 het nu nog bestaande Arsenaal gebouwd Bij de nieuwbouw van 1991 stuitten de bouwers op oude muurresten van de Altenase poort die tot 7 meter diep de grond in gingen. Die funderingen zullen als herinnering aan de oude poort en een roemrijk verleden nog heel lang bewaard blijven. L. Nonnekes 13

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1994 | | pagina 15