sterk afnam, had het geen zin de zilveren ringen nog langer te gebruiken. De hele partij zilveren ringen, op twee grote en twee kleine na, verdween in de smeltkroes. De vier overgebleven ringen werden in 1927 door de Middelburgse goudsmid C.J.M. Hackenberg aan het Zeeuwsch Genoot schap der Wetenschappen geschonken. Geraadpleegde bronnen: - Dr. P.J. Meertens, Een Zeeuwse volkskundige enquête uit 1860, Amsterdam, 1961. - Archief Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap pen, 1927. F. v.d. Driest Die Fahnen hoch Zuster Jeltje Jonker verzamelde haar hele leven prentbriefkaarten van Zoutelande. Toen ze haar albums eens door een patiënt liet bekijken riep die vol verbazing uit: "Wat hebben jullie veel kerken in Zoutelande!". Dat klopte, want op iedere kaart stond de kerk afgebeeld. De oorzaak was simpel: een pijnlijk gebrek aan andere bezienswaardigheden. Dat werd nog erger toen de deltadijk midden door het dorp werd gelegd en een schilderachtig rijtje boeren huisjes verdween evenals de Willibrordusput en de karakteristieke spiegel in de hoek van de dijk. Die kale dijk werd later opgesierd door een statige rij ouderwetse lantaarnopstekerspalen van gietijzer. In 1981 werd de Willibrordusput herbouwd, maar zonder put, want het water had men niet meer nodig. Hij werd veel mooier en rijker dan hij ooit was geweest, met een leiendakje en een mooi kroontje. Er is nog eens een moderne toegangspoort geplaatst. Dat monster is onmiddellijk door de bevolking vernield. Met veel passen en meten heeft men het reepje grond achter de dijk omgetoverd tot een uit gaanscentrum, onderaan de brede trap. En dan geloof je je ogen niet. Hoog op de dijk staan twee plompe stalen windvanen te staan. De dikke blikvangers zijn met de oude wapens van Zoutelande beplakt, ze kunnen nog wel draaien, maar het vrolijke gewapper en geklap- per van echte vlaggen is een pijnlijk gemis. Om dat goed te maken komt er een knullig muziekje uit een luidspreker in een van de zuilen. Al met al hebben ze er wel een wonderlijk allegaartje van gemaakt, ook nu de toren deze zomer in een groen jasje is gehuld. Maar een prachtige kans om eens wat nieuwe prentbriefkaarten te maken om naar de Heimat te sturen. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1994 | | pagina 17