Het kontrakt vervolgt dan met artikel 8, wat bepaalde dat de aannemer er zorg voor moest dragen altijd over een vaartuig te beschikken, ook als het zijne in reparatie was, terwijl in artikel 9 een aantal boetebepalingen waren opgenomen voor het niet na komen van zijn verplichtingen, waarbij in het ergste geval het Departement van Marine de bevoegdheid had om de aanneming binnen de tijd van drie maanden op te zeggen en inmiddels in het ontbrekende voor rekening van de aannemer te voorzien. In artikel 10 werden de borgen besproken: "De aannemer zal in geen geval de waarneming van zijn werk of de uitvoering van zijn contract aan andere mogen overdoen of opdragen, stellende hij bij deze tot zijne borgen de personen van Jacob Jan van Beveren wonende te Veere en Jan Jacob van Beveren wonende te Veere, die zich bij mede-onderteekening, ieder voor het geheel, hetzij bij nalatigheid of bij overlijden van den aannemer aansprakelij k stellen, en zich verbinden tot de uitvoering van alle verplichtin gen uit de tegenwoordige verbintenis voortvloei ende". Tot slot en voor Van Beveren misschien wel het belangrijkste artikel was artikel 11, waarin de aanneemsom bepaald werd, waarover later meer, en artikel 12 meldde, dat op het kontrakt de algemene voorwaarden van toepassing waren behorende bij de bestekken van de verschillende Rijks Marine werken. Tot hier het formele, dan nu de alledaagse prak tijk. Volgens artikel 6 van het kontrakt had de rijkstonnenlegger de beschikking over een pak huis aan de Kade te Veere, inde volksmond "de tonnenloods" genaamd. Dit gebouw, dat in vroeger dagen de fraaie naam "Het Gouden Hooft" droeg, is op 28 oktober 1808 gekocht door Cornelis Cars, die toen nog koopman in Veere was, voor een bedrag van duizend gulden. Deze Cornelis Cars koopt op 24 april 1811 ook nog een pakhuis met erf aan de Kraanstraat, dat gestaan heeft tegenover het Zandenburgstraat- je, dus naast het paadje naar de toegangspoort van het huis van dokter Oosterhoff. Cornelis Cars, die later ondercommissaris der loodsen te Veere is geworden, verkoopt al het bovengenoemde onroerend goed op 25 juni 1823 aan het Loodswezen der monden van de Schelde te Vlissingen. Deze laatste instantie ver- Voor de restauratie van het tonnenmagazijn lagen de tonnen op het haventerrein om daar gerepareerd en schoongemaakt te worden 4

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1994 | | pagina 6