zoo onbeschaafd, en al vloekende de
kraamvrouw hebben aangesproken."
Aangezien Lurkus' "verkeerde, ruwe, ontij
dige en onhandige handelwijze" de oor
zaak was "van dit zoo subiet overlijden dier
kraamvrouw" moest de vroedmeester vol
gens Ermerins "anderen ten exempel seri-
euselijk worden gestraft".3
En dat gebeurde. Op 31 december besloot
het college van Gedeputeerde Staten dat
Lurkus niet langer de praktijk van genees-,
heel- en verloskundige mocht uitoefenen.4
Hardleers
Lurkus keerde Arnemuiden de rug toe. De
provincie was echter nog niet van hem af.
Reeds in 1820 werd hij door de rechtbank
in Middelburg veroordeeld tot een boete
van 25,- wegens het ongeoorloofd uitoe
fenen van een geneeskundige praktijk.5
Het deed de geneesheer kennelijk niet
veel, want een jaar later liet het gemeente
bestuur van Colijnsplaat de commissie in
Middelburg weten dat Lurkus daar een ille
gale praktijk had en de plaatselijke bevol
king lastigviel. Lurkus zou zich, aldus de
burgemeester van de Noord-Bevelandse
gemeente, "bij de ingezetenen indringen
en dezelve onder belofte van eene spoedi
ge geneezing tot aankoop van geneesmid
delen overhalen, welke daarna door hem
meer aan sterken drank, dan wel aan
medicijnen worden besteed."6
Toen Lurkus in 1822 wederom op onwetti
ge activiteiten werd betrapt - hij had ver
loskundige hulp verleend aan Jacomina
Huissoon in Colijnsplaat - werd hij een
jaar later voor de rechter gesleept. Tot een
proces kwam het echter niet. De rechtbank
in Goes liet de geneeskundige commissie
in Middelburg namelijk weten dat Lurkus
op 16 april 1823 was overleden.7
Over de doodsoorzaak tasten we in het
duister. De mogelijkheid is niet uitgesloten
dat de drank Lurkus ten gronde had
gericht.
Albert L. Kort
Noten
1. Zie J.A. Verdoorn, 'Het gezondheidswezen te
Amsterdam in de 19e eeuw' (Nijmegen 1981),
p. 88-92. Zie ook: Otto W. Hoogerhuis, 'Baren
op Beveland. Vruchtbaarheid en zuigelingen
sterfte in Goes en omliggende dorpen geduren
de de 19e eeuw' (Wageningen 2003), p. 59-65;
H.M. Dupuis, C. Naaktgeboren, D.J. Noor-
dam, J. Spanjer, F.W. van der Waals, 'Een kind
onder het hart. Verloskunde, volksgeloof, gezin,
seksualiteit en moraal vroeger en nu' (Amster
dam 1987), p. 13-14.
2. ZA Middelburg (ZAM), Archief Provinciale
Commissie van Geneeskundig Onderzoek en
Toevoorzigt in Zeeland, inv.nr. 117, verklaring
Maria Vermeulen, 28 december 1818.
3. ZAM, Archief provinciale commissie, inv.nr.
117, verklaring Ermerins, ongedateerd.
4. ZAM, Archief provinciale commissie, inv.nr.
45, notulen 4 februari 1819. De gemeenteraad
van Arnemuiden besloot J.H. van Opdorp tot
Lurkus' opvolger te benoemen.
5. ZAM, Archief provinciale commissie, inv.nr.
48, notulen 12 juli 1821.
6. ZAM, Archief provinciale commissie, inv.nr.
119, brief Ermerins 24 mei 1821.
7. ZAM, Archief provinciale commissie,
inv.nrs. 49 (notulen 29 november 1822) en 50
Oiotulen 17 april 1823).