naam van de grootste, Campina uit Noord-
Brabant, aangenomen.
Er kwamen andere verpakkingen (plastic
en karton), eerst vooral voor de kleine pro
ducten. J. Lampert bleef directeur.
De 'Samenwerking' draaide normaal door
en met de omzet ging het goed, maar toch
kwam er een kentering in zicht. Er was
steeds meer concurrentie van
supermarkten, waar veel producten
goedkoper waren. Ook grossierde-
rijen van het grote pakket neven
producten begonnen de aandacht
te trekken. Op kantoor ontstonden
strubbelingen. De boekhouder had
vaak moeite om op tijd de kwartaal-
en jaarbalansen klaar te hebben en
er waren soms dubieuze cijfers.
Ook kwamen verliesposten aan het
licht.
Na overleg moest de boekhouder
vertrekken en kregen we een part
time boekhouder, voor twintig uur per
week, Van Mill uit Goes. Deze werkte zich
aardig in en toen in 1976 onze jonge nieu
we directeur toch vertrok - hij had een
andere baan aangenomen - werd Van Mill
parttime directeur.
Al met al was het een moeilijke tijd gewor-
Slachtoffers
Bij de uitoefening van hun werkzaam
heden zijn twee melkverkopers veron
gelukt.
In de oorlog werd collega Fey van de
Noordweg dodelijk getroffen tijdens
vliegtuigbeschietingen. In 1949 kwam
P. van Keulen op de Pottenmarkt klem
te zitten tussen een auto en een muur,
met dodelijke afloop.
den. Ook in het magazijn waren er proble
men, al was er altijd goed personeel werk
zaam. Er werden vermissingen geconsta
teerd en emballagevoorraden bleken niet
altijd te kloppen. De stemming was aan het
veranderen; men ging omzien naar andere
mogelijkheden.
De voorzitter stelde voor op zoek te gaan
Belangstellenden op de dag van het heien van
de eerste paal van de nieuwe melkfabriek aan
de Walensingel.
naar een bekwame boekhouder die tevens
leidinggevende capaciteiten had én erva
ring had met bedrijfsopbouw en -stimule
ring. Deze zou de zaak opnieuw op poten
moeten zetten; een echte manager dus.
Maar helaas, de stemming was er niet
naar: er was geen interesse meer. Onze
handel was in de verdrukking geraakt en
de basis als grossierderij was te klein
geworden. De voorzitter trok hieruit zijn
conclusies en trad af. De tweede voorzitter,
W. Janse, nam de voorzittershamer over.
Er werd overwogen de zaak te sluiten:
stoppen met de inkoopvereniging en zoe
ken naar andere mogelijkheden. Die ble
ken er wel te zijn.