No. ZEEUWS TIJDSCHRIFT Fotografie door C. W. Bauer (c. 1900). Poort van het kasteel Rammekens. schepen ankeren, maar blijkbaar een slot of kasteel, dat gestaan heeft op de grens van dat gedeelte der heerlijkheid Nieuwwerve. Bij zijn bezoek in 1460 maakte Karei de Stoute ver schillende tochtjes door Walcheren, o.a. ook naar Rammekens. Zoals reeds gezegd, werd het ontwerp ge maakt door mr. Donaes of Donaes de Boni, die „Ingeniare van de Majesteit" wordt ge noemd en die tezamen met mr. Pieter Fransz en mr. Jacob, timmerman en werkmeester van Antwerpen, het bestek maakte, volgens het welk mr. Antheunis Erasmy en mr. Antheunis van Moerbeke het leggen der fondamenten aannamen. Mr. Theseau Nourry werd aange steld tot meester van de werken. In zijn „me morie ende instructie" d.d. 30 April 1347 wordt een en ander vastgelegd. Bij lastbrief van 29 April 1547 te Gent gegeven, werd aan hem toegevoegd Jacob Simonszoon Magnus, doch onder het oppertoezicht en bevel van Maximiliaan van Bourgondië. Volgens Ermerins rusten de fundamenten niet op palen, maar men schijnt zo diep moge lijk gegraven te hebben tot op de zandlaag of derry en hierin puin en brikken te hebben gestort en gelijk gemaakt, waarna de grond met „parpeinen ende schorren" werd belegd. Dit zijn een bepaald soort grote stenen, eigen lijk genoemd Rijsels perpeyn, platte fondeer schorren. Deze methode blijkt wel afdoend te zijn geweest, want tot op heden zijn nog geen verzakkingen in de muren waar te nemen. Een kleine tegemoetkoming in de kosten van het fort was een bedrag van 45-13 schellingen-3 groten, welke in 1548 werden ontvangen voor de „darrynk uuyt ge- slaeghen zo uuyt de veste als uuyt de funda menten van tcasteel van Blanckershouck" aan particulieren verkocht. De lonen van de werklieden bedroegen toentertijd 714 gr. per dag of in onze hedendaagse munt omgerekend 1 jYi3 5 cent. De trommelslager „diemen alle dage gebesicht heeft op twerck van Blanckershouck int doen vergaderen de werckluyden ende arbeyders aldair werckende", verdiende maar 2 gr. per dag. In Juli 1548 werkten o.a. aan het kasteel 155 arbeiders (w.o. de metselaars met hun knechten), 7 steenhouwers en timmerlieden met daarnaast nog verschillende andere ar beiders voor het lossen der schepen met aan gevoerde puin enz. Uit de rekening blijkt, dat verschillende soorten steen aan het kasteel zijn gebruikt. De brikken voor de fondamenten werden veel gehaald van het verdronken Zuid-Beveland, alwaar in dien tijd nog veel opstal van kerken en huizen was te vinden, wat alleen het ver voer kostte. Ook oude gebouwen werden voor afbraak gekocht en de bouwstoffen hiervan gebruikt, o.a. in 1550 toen „de desolaete huys- singe, clooster ende convente van Nieuwerve" werden gekocht. In de rekening wordt ook gesproken van een betaling aan Maximiliaan Aerentsz van 3 5 sc. 4 gr. over zijn „remboursement van ge- 51

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1955 | | pagina 15