ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 2
van dc milde gever, uit deze som het boven
bedoelde hospitaal gebouwd, waarvan dc
kosten 32.138,bedroegen, terwijl de te
kort komende 12.138,uit 's lands kas
werden betaald. Ter herinnering aan boven
bedoelde bouw draagt een der muurstenen het
jaartal 1787. In de benedenmuren aan de
Schelde bevinden zich stenen met: 1717 7/10
en 1772 12'6, waarschijnlijk betrekking heb
bende op verbouwingen. Dit gebouw is echter
in het najaar van 1811 door de Fransen in
weinige dagen gesloopt i.v.m. de verande
ringen in de verdedigingswerken van Zeeburg,
evenals gedeeltelijk het kasteel zelf, welks
buitenmuren tot op zekere hoogte staande ge
bleven en tot kazematten gemaakt zijn. Het
inwendige onderging daardoor een grote ver
andering, wat nog duidelijk is te zien aan een
ingemetselde arduinsteen met het jaar 1812.
Aan de landzijde werd de gracht dieper ge
maakt en werden hoge wallen met borst
weringen opgeworpen met daaromheen weer
een diepe gracht. Dienst deed dit alles echter
niet meer. Een groot deel van de gracht is
gedempt en de brug verdwenen. Een klein
poortje, dat nog duidelijk in de buitenmuur
is te zien, werd in de Franse tijd dicht ge
metseld. Ten behoeve van het lossen van het
buskruit werd later - eind 19e eeuw het
tegenwoordig poortje gemaakt, om dit over
een steiger vanuit het schip in het kasteel te
brengen.
Aanleiding tot bovengenoemde herstellingen
was de landing der Engelsen in 1809. Bij deze
gelegenheid bleek maar al te duidelijk het ge
wicht, maar eveneens de zwakheid en on
houdbaarheid van de oude Zeeburg, tot groot
nadeel van Vlissingen. Op 3 Aug. 1809 werd
dan ook dit fort aan de Engelse generaal
Fraser overgegeven. De bezetting werd op
4 Aug. krijgsgevangen gemaakt met recht op
hun bagage. De sterkte van het fort bestond
uit 2 kapiteinen, 1 luitenant, 7 korporaals, 2
tamboers en 111 soldaten, dus in totaal 127
man. Hoewel de Engelsen vele successen boek
ten bij deze landing, tastte de opperbevel
hebber, lord Chatham, niet vlug genoeg door
en kregen de Fransen gelegenheid meer troe
pen aan te voeren ter verdediging van Ant
werpen, het doelwit der Engelsen. Op het
einde van het jaar moesten de Engelsen door
koortsen gedecimeerd en zonder hoop op
verder succes Walcheren verlaten. Na hun
vertrek scheen dit punt Napoleon, die op
9 Mei 1810 met zijn gemalin Rammekens be
zocht, van zulk een gewicht toe, dat hij in
1811 de Zeeburg naar de regelen van de toen
bestaande vestingbouw deed inrichten, waar
door de keten der vestingwerken van Vlis
singen gesloten werd.
Nog ziet men op het fort de kazematten
of gewelven, welke in het muurwerk zijn ge
maakt. In 1808 sprak men nog, dat het com
mandantshuis een vrij goed gebouw was. Ter
bestrijding van besmettelijke ziekten, welke
door de scheepvaart in ons land zou kunnen
worden gebracht, werd 21 Jan. 1805 besloten,
dat de reede van Rammekens tot een quaran
taineplaats voor het Departement Zeeland
zou dienen en het kasteel tot een algemene
bewaarplaats of „lasareth" gebruikt zou wor
den. Maatregelen hiervoor werden getroffen
en men achtte het nodig de zich daarop be
vindende militairen e.a. te evacueren. De
kosten bedroegen 2000,In 1795 liet de
Franse Commissaris van Oorlog klachten
horen over de inrichting van het hospitaal en
verzocht de Staten in het ontbrekende te
willen voorzien. Een commissie bestaande uit
4 dokters, brachten 11 Mei hierover rapport
uit. Hieruit bleek, dat enige herstelling nodig
waren, alsmede uitbreiding van personeel.
Later werd het hoofdzakelijk nog gebruikt als
kruitmagazijn met een kleine bezetting uit
Vlissingen.
Bij besluit van Z.M. van 16 Jan. 1867 is
bepaald, dat naast andere ook het fort Ram
mekens voortaan voor hun geheel tot geen
klasse zouden behoren en er derhalve voor die
versterking geen verboden omtrek meer be
staan zou. Het werd, naast andere verster
kingen, bij K.B. van 29 Mei 1867 no 51 als
vestingwerk opgeheven. In 1898 werden de
nog op het fort staande twee wachthuizen ver-
56