No. 2
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
kocht voor 275,In 1872 werd het Sloe
afgedamd i.v.m. de aanleg van een spoorweg,
zodat hiermede de scheepvaart voor Ramme-
kens geheel ophield. Ook de Welzinge slibde
hoe langer hoe meer dicht en verdween op de
duur door inpolderingen geheel.
Na de Franse tijd hebben er geen noemens
waardige veranderingen plaats gehad. Het
koperwerk is er met de houten vloeren en
balken van Rijkswege tijdens de mobilisatietijd
(1914/18) weggehaald. Het kasteel bezit ook
nog de hoge muren, doch niet meer in zulk een
staat als vroeger. In 1717 was de brug al in
een zeer slechte staat nu geheel verdwenen
en bestond de trap aan de linker kant zo
men de poort in komt om boven op de be
groeide muren te komen. Van dit punt uit
heeft men een buitengewoon mooi panorama.
In de 2e wereldoorlog zaten ook hier de
Duitse militairen. In 1940 werd Rammekens
wederom militair terrein, nu voor de Duitsers;
en opnieuw waren het de Engelsen die het
terrein zuiverden door het bombarderen van
de dijk bij het fort op 7 Oct. 1944. Hier werd
de dijk over een lengte van 300 m ver
nield. Na een groots gevecht, maar nu tegen
het water, werd op 24 Januari 1945 het gat
geblokkeerd en kon het eiland na de oorlogs
inundatie opnieuw worden drooggelegd.
Doordat de zgn. inlaagdijk enkele honderden
meters achter de vernielde dijk moest worden
aangelegd, aansluitend op het intact gebleven
gedeelte van de bedijking, is er een welis
waar klein strand ontstaan. Ook hier is
een natuurreservaat met zorg ontworpen en
heeft het Staatsbosbeheer het terrein rond het
fort van jonge beplanting voorzien. Onge
twijfeld gunstige perspectieven voor de toe
komst als recreatieoord. Bovengenoemd bom
bardement heeft gelukkig geen schade aan het
fort gebracht. Toen de bevrijding kwam was
het fort een der eerste plaatsen op Walcheren
die door de Canadezen werden bevrijd. De
Duitsers hebben hier toch nog iets goeds ach
tergelaten en gezorgd voor verbetering der
deuren en luiken der kazematten.
Momenteel is het fort voor een deel ter be
schikking gesteld aan de Nederlandse Padvin
dersvereniging om als kampeercentrum te
dienen. Een ander gedeelte werd eind 1952
ingericht voor het kweken van champignons,
zodat hiermede een eind is gekomen aan de
diepe rust die het heeft omringd.
Qelijckheyd van ouders en kinders
De moeders hemde past ghemeenlick oock de dochter;
en 't aertjen van 't vaertjen is veeltijds in het kindjen.
De zoon' schoeyt op des vaders leest,
En heeft veel-tijds de zelve gheest.
Maer dat en gaet niet altijd vast: want al zijn broers en zusters
op eene vorm ghegoten, zy verschillen dickwils zoo veel, als een
havick van een duyve: en zoo doen zy oock van haer ouders.
Een vader, die zich qualick draeght,
Heeft wel een kind, dat God behaeght.
Dat ziet-men oock onder de beesten: menigh goede koe heeft wel een
quaed kalf; en uyt een broed, komen kieckens van allerley couleuren.
Uit Mr. Johan de Brune, Bancket-Werck van goede gedachten. Middelburgh 16} 7
57