ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 2 wil ontdekken en dus in Zeeland een rijke greep kan doen bij Serooskerke, Aagtekerke etc. werd bij hetzelfde Kleverskerke (zij het dan door Ermerins) aan een onbekende Hei lige Cleophas gedacht. De auteur verwerpt weliswaar deze aflei ding en wil de juiste verklaring zoeken in de oudste schrijfwijze, nl. Cleeuwerskerke of Clawerskerke en verband leggen met de grote roofvogelklauw in het gemeentewapen, terwijl dan als verborgen persoonsnaam Cla- werd of Klauwerd wordt genoemd. Waarom wordt op pag. 22 deze naam geheel verzwegen en als Klefhart, Cleffo aangegeven waarbij geen enkele twijfel wordt uitgesproken? Uit dit voorbeeld, dat wellicht geheel op zich zelf staat, moge niet afgeleid worden dat de sa mensteller er maar met de muts naar toe ge smeten heeft, maar liever een aanwijzing zijn voor de toewijding, waarmee deze auteur de lastige stof heeft verzameld en gerubriceerd. Zo lazen we met grote belangstelling de vermoedelijke verklaringen voor ettelijke Zeeuwse nederzettingen, zoals Kloetinge, Serooskerke, Aardenburg, Hoogelande, Geers- dijk, Krabbendijke, IJzendijke, Zaamslag enz. Wist U, dat de naam „Hoedekenskerke" met zijn drie hoeden in 't wapen, niets met dit hoofddeksel te maken heeft en waar Big- gekerke en Koudekerke van afstammen en waarom de schrijfwijze Zierikzee eigenlijk onjuist is? Mocht ge er meer van willen weten, dan zij verwezen naar bovenstaand werk. E.M. Het jaarverslag 1933-1934 o Dit fraai uitgegeven jaarverslag verdient de belangstelling van alle Zeeuwen. Onze landbouw staat in vele opzichten aan de top van de landbouw in Nederland. Hoe gemak kelijk zou dit kunnen leiden tot een mentali teit van gearriveerd te zijn. In de hausse-jaren van 18501872 b.v. ging het de landbouw zo goed, dat men geen redenen aanwezig achtte hem ook innerlijk te versterken. De daarop volgende baisse-jaren gaven ons dan ook een kostbare les, die blijvend geestelijk eigendom is geworden. Eén van de belangrijkste middelen tot pro ductiviteitsverhoging in de landbouw is de herverkaveling. Nu die op Walcheren goed deels gereed is gekomen, is de ramp van Fe bruari 1953 de aanleiding geweest deze zaak ook op Schouwen-Duiveland, Tholen, de Zak van Zuid-Beveland en in de omgeving van Waarde op grootscheepse wijze aan te pakken. Het verslag geeft hiervan de geschiedenis, ver lucht met voortreffelijk foto- en kaartenmate- riaal. In totaal zijn er bijna 400 draglines (waarvan op Schouwen-Duiveland bijna 300) r de Herverkaveling Zeeland en 3000 arbeiders (Schouwen-Duiveland 2000) bij dit werk betrokken. Er werden in 1954 voor bijna 40 millioen verplichtingen aan gegaan. De totale herverkaveling in de ge noemde gebieden, ook omvattende wegen, waterlopen, egalisatie, drainage en electrici- teits- en waterleidingaanleg, beslaat j 195 millioen. Een belangrijk deel van de kosten komt voor rekening van de belanghebbenden in de vorm van een 30 jaar lopende herver kavelingsrente, die gemiddeld 33,per ha per jaar bedraagt. De ontworpen weglengte in de herverkavelingsgebieden heeft betrekking op 384 km voor Schouwen-Duiveland, 20 km voor Waarde, 244 km voor Tholen en 109 km voor de Zak. „Mensen en materieel tesamen zullen de Herverkaveling tot stand brengen en onze Zeeuwse eilanden schoner en welvarender doen herrijzen, dan ze al waren". Op deze wijze wordt het verslag besloten en nog meer dan vroeger zal de lezer na kennisneming hiervan overtuigd zijn. V. 66

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1955 | | pagina 30