ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 6
inunderen. Blijkens een rapport van enige
commissarissen bleek, dat met deze dijk werd
bedoeld de wal die aldaar midden in het
duin was opgeworpen en dat door het ver
kopen der palisaden de daaruit ontstane put
ten door het getij wederom waren openge-
woeld. De schade werd echter hersteld.
In 1757 werden enige herstellingen verricht
aan de „huizing, magazijn en wagt" en ook
aan de „bakkeete" en in 1770 aan de „offi-
cierswagtkamer", corps du garde en het
woonhuis van de constabel c.a.
Voor een korte tijd heeft het fort tot hos
pitaal gediend toen de commandant van het
fregat „Brunswijk", dat daar voor anker lag,
toestemming vroeg en kreeg om in een kamer
van het magazijn enige manschappen te ber
gen, die hoognodig een „landlugt" tot hun
herstel nodig hadden.
Veel kracht ging er van het fort niet meer
uit, want toen op 28 juli 1779 een schip, ge
naamd „De Vaardigheid" door een gewa
pende sloep dicht bij den Haak werd vervolgd
en beschoten, werd dit door het fort niet
verhinderd. In 1782 blijkt, dat het fort aan
één zijde geheel open lag en niet meer in staat
was een zware aanval te verduren. Met enige
herstellingen zou het wel mogelijk zijn „dat
geen zeevolk bij den eersten aanval daarin
zoude loopen en de batterij van agteren weg-
neemen". Wel was men ervan overtuigd, dat
het verder zou kunnen dienen „tot een steun
en vastigheid" indien het krijgsvolk door
overmacht moest wijken.
Op 30 juli 1809 landden de Engelsen met
een grote vloot in de namiddag op het z.g.
Breezand aan de N.N.O.-zijde van het eiland.
Bij deze ontscheping deden zij met hun ka
nonneerboten een aanval op het fort. Door
het hevige vuur en het gevaar ook van de
landzijde aangevallen te worden, was de be
zetting genoodzaakt het fort te verlaten.
Spoedig was het dan ook in bezit van de
Engelse generaal Fraser. Veel zal er niet
zijn blijven staan, want op dezelfde dag
schreef generaal Bruce o.a. aan de land
drost, dat de Engelsen geland waren en hij
het fort „geëvaqueerd en alles vernield" had.
Vrij spoedig na de inlijving van Walcheren
bij Frankrijk werd het fort ontmanteld en af
gebroken. Duidelijk is nog te zien waar het
gestaan heeft. Een achtergebleven kazemat
heeft nog lang gediend als arbeiderswoning.
Later werd het een schuilplaats voor de
„koeier" die het vee weidde. Binnenkort zal
ook deze plaats tot het verleden gaan behoren.
Het ligt in de bedoeling dit jaar te beginnen
met de bouw van het tweede gedeelte van de
dijk tussen Walcheren en Noord-Beveland.
Met het puin van de afgebroken bunkers zal
over de duinen een weg worden aangelegd
tussen het aansluitingspunt van deze dijk en
het fort Den Haakweg te Vrouwenpolder.
164