Het Zeeuwse x
na twee jaar
Behoort terugbetaling van studiebijdragen voorop te staan?
No. 6
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
L. van Leeuwen
DE belangstelling voor het bevorderen
van de studiezin is al eeuwen oud.
In België werden reeds in het jaar
1178 gelden beschikbaar gesteld voor be
gaafde „mindervermogenden". Er zijn in ons
land, het is verbazingwekkend er kennis van
te nemen, ruim 400 studiefondsen van allerlei
aard en voor iedere opleiding. Vele vindt men
in Friesland, meest door particulieren ge
schonken.
In Zeeland waren er slechts weinig moge
lijkheden om een financiële bijdrage te ver
krijgen voor het aanvangen van een studie
door niet-welgestelden. Knappe jonge mensen
waren er natuurlijk ook hier, maar hun vrucht
bare verstandelijke vermogens konden bij velen
niet of zeer moeilijk tot bloei konten. Er be
staan wel enkele van die kleine, plaatselijke
fondsen. Dat zijn het fonds Knouwen, Cores,
Pers en Van Elzen te Middelburg (voor pre
dikantenopleiding), het Classicaal Studiefonds
te IJzendijke (Ned. Herv.), het fonds Joh.
Seu Cum Suis in Zeeland (Ned. Herv. theo
logie) te Middelburg, het Gerlachfonds te
Koudekerke, het Louis en Francois de Groof-
fonds te Vlissingen (zeevaartopleiding) en de
studiebeurs van de Nutsspaarbank te Zierik-
zee voor Schouwen en Duiveland, terwijl de
gemeente Vlissingen als enige gemeente in Zee
land sinds 1921 een klein studiefonds heeft.
Toelagen ontvangen voor een studie bleef
dus in Zeeland behoren tot de geringe moge
lijkheden. Dat is nu anders geworden. De in
1956 opgerichte Stichting Zeeuws Studiefonds
beschikt thans over middelen om, wanneer
het Rijk niet voldoende kan helpen, aan jonge
mensen met aanleg om een studie te kunnen
volbrengen financiële bijstand te verschaffen.
Vooral voor het platteland, dat ten opzichte
van speciale middelbare opleidingsscholen
reeds spoedig ongunstig ligt, is dit een kans.
En voor alle inwoners van onze provincie is
het van groot belang nu een provinciale in
stantie te hebben waar men hulp kan vragen,
omdat voor alle hogere opleidingen grote af
standen Zeeland scheiden van de universi
teiten. De behoefte aan een studiefonds is
groot, want vele ouders zoeken naar wegen
om hun kinderen te laten studeren, wanneet-
deze aanleg bezitten voor méér dan het nor
male. En niet alleen de begaafden, doch óók
de ijverigen kunnen hulp ontvangen, als zij
tonen een zeker doel te kunnen bereiken.
Voor de ouders met een behoorlijk inkomen
kan door zulk een bijdrage de grote zorg voor
het levensonderhoud van een uitwonend stu
derend kind belangrijk worden verlicht. Bij
gezinnen met een zeer beperkt weekinkomen
en dat zijn toch de meeste gezinnen is
het wegnemen van een groot deel van de fi
nanciële lasten door een toelage wel een grote
stap, doch het gemis van de, bij niet studeren
van een kind, verschijnende vermeerdering van
de gezinsinkomsten na de leerplichtige leeftijd
is dikwijls nóg een probleem, dat de beslissing
van de ouders over het al of niet voortgaan
van de opleiding soms wel bemoeilijkt.
DOOR de provincie Zeeland en de
Zeeuwse gemeenten is het Zeeuws
Studiefonds opgericht. De provincie
verleent jaarlijks een subsidie, eerst van
173