timjufn j-mu» ïiausn vabti
wt»* anaï» en??»» iipyi
o»» fl»i*ij?{? o"^^n i^asi
omdat zij waren van joodse stam
35
ten, openbare veilingen en goederenbeur
zen, Zij mochten niet van woonplaats ver
anderen zonder vergunning. Tegen beta
ling van extra lasten mocht het Joodse
volksdeel ,,in daartoe dienende lokalen"
ontspanning en tijdverdrijf zoeken; deze
lokaliteiten moesten dan wel kenbaar ge
maakt worden door borden, biljetten of
opschriften met de tekst: Joods lokaal,
alleen voor Joden toegankelijk".
Het isolement was nagenoeg compleet.
Nagenoeg! Het is nu zaak na te gaan hoe
het de Joodse Zeeuwen verging tot het
moment waarop zij uit de provincie wer
den verdreven.
Ongeacht de vluchtelingen die in de jaren
dertig naar Nederland waren uitgeweken,
woonden aan de vooravond van de twee
de wereldoorlog in ons land 137.000 men
sen van Joodse afkomst, hun aantal
maakte ongeveer anderhalf percent van
de Nederlandse bevolking uit. Ruim
80.000 Joden leefden en werkten in Am
sterdam, het merendeel der overigen vond
zijn bestaan in het gebied-dat men later de
randstad Holland is gaan noemen. Het
Joodse aandeel in de populatie van Zee
land was uiterst gering, minder dan één
per mille van de 258.000 inwoners die de
provincie telde. De belangrijkste Joodse
gemeenschap was gevestigd in Middel
burg.
In de 17e eeuw hadden Portugese Joden
tot de welvaart van de stad bijgedragen;
de meesten verhuisden echter op den
duur naar Amsterdam, waarheen de grote
stroom van Portugese immigranten zich
begeven had. Het geestelijk klimaat in de
stad aan het IJ was gunstiger dan in de
streng calvinistische Arnestad.
Bij de aanvang van de 18e eeuw kwamen
in groepjes de zogeheten Hoogduitse Jo
den uit Oost- en Centraal-Europa Middel
burg binnen. In 1704 verleende de magi
straat der stad hun toestemming op een
terreintje achter de Heerenstraat een
synagoge te bouwen. Naar dit verborgen
bedehuis, slechts bereikbaar door een
poortje, zag men waarschijnlijk de 11e
mei 1940 voor het laatst op de sabbat
dag de Joodse stadgenoten, in zwat ko
stuum en met hoge hoed, onderweg. Veel
waren het er in de jaren dertig niet; het
kostte soms moeite het voor de gods
dienstoefening voorgeschreven minimale
aantal van tien mannen bij elkaar te krij
gen.
De Joodse bevolkingsgroep omvatte vro
me gelovigen (enkelen hielden nog een
Joods huishouden, vol riten en symbo
len), onkerksen en buitenkerkelijken. De
gemeenschap kende welgestelde en be-
v. .-'gastgir*-- J-*,
HHIEGENTLICH
J.HIEGENTLICH.
be METZ
L.HIEGENTLICH
H.HQFFMANN.WOLFF
E.JESAÜE5.
BRAA5EM
L.LEUDE5QQRFF
R.L.LEU0E5D0RFF.
van 05
5.LEUDESBQRFF
nVKi
L.MARCU5
M. NATHAN
5.P0LAK-BRAA5EM
5.PQLAK
L.PQLAK
A.PRINS
S.PMNS.MENIST
C.PR1NS
C.M.PRIN5
E.5WAALEP
J.M.TAÜTELBAUM
B.TAUTELBAUM.
LEV1E
R.B.VRIE5MAN-
van WITTENE
H.VR1ESMAN
L.B.VRIESMAN
A.WALG
E.WALG-CRACAU
V.WALG
M.WALG
A.WALG
J.WALG
B.van WITTENE.
BRAA5EM
L.ZWARTVERWER
M.ZWARTVERWER.
Z1FF
E.HEIRTJE.
SCHOOLMEESTER
rooide Joden, begaafden, schranderen en
intellectueel zeer beperkte mensen, spon
tane en gereserveerde figuren, duiven en
haviken. Als geheel stond de groep in
hoog aanzien, zij was volkomen in de Mid
delburgse samenleving opgenomen. Dui
delijke integratie dus, maar nauwelijks
assimilatie, hetgeen blijkt uit het geringe
aantal gemengde huwelijken.
Mare Herman Boasson, geboren te Mid
delburg in 1887, was een van de meest ge
ziene Joodse medeburgers. Samen met
zijn neef Izaac Marcus Boasson dreef hij
een manufacturenhandel met een gros-
sierderij, die de textielwinkels op het plat
teland voorzag van mutsenkant, schor-
tenbont en van zwart laken voor de mans-
-pakken. M. H. Boasson Zonen had in
enkele generaties achtereen een goede
naam verworven. De firmant Mare Her
man zat in de gemeenteraad voor de
Vrijzinnig-Democratische Bond; sinds 1
januari 1933 beheerde hij de wethouders
portefeuille voor onderwijs en de gemeen
tebedrijven. Een man met een brede be
langstelling, een bekwaam stadsbestuur
der, die een sterk ontwikkeld gevoel voor
verantwoordelijkheid bezat.
Hoog aangeschreven stond het artsen
echtpaar Weijl, man en vrouw Joods. Me
vrouw R. Weijl-Snuijf was het enige vrou
welijke raadslid in Middelburg; evenals
Mare Boasson behoorde zij tot de Vrijzin
nig-Democratische Bond.
Óe chirurg van het Middelburgse zieken
huis, dr. C. F. Koch, kwam reeds ter
sprake in het hoofdstuk over de mei
dagen; de lezer herinnere zich hoe Koch,
dirigerend officier van gezondheid, naar
Frankrijk uitweek, een aantal ordeloze mi
litaire eenheden onder zijn bevel bracht en
tenslotte met een gedisciplineerd detache
ment naar Engeland overstak.
De Joodse groepering te Middelburg telde
in de jaren dertig kooplieden, winkeliers,
een makelaar, een makelaar-vendumees
ter, een leraar Nederlands aan het Stede
lijk Gymnasium en een leraar aardrijkskun
de aan de Rijkshogereburgerschool, een
juwelier, kantoorbedienden, drie slagers,
een musicus („de Band van Jesaijes
maakt uw dansavond tot een succes!3 en
een blozende besnorde kruier, die bij de
stad hoorde als de bolwerken en het stad
huis. Voorganger van de Joodse gemeen
te was sinds 1926 E. Gokkes, afkomstig
uit Harlingen. Enkele Joodse gezinnen