franse kloostergemeenschappen in sluis
117
Waar eens de bruine paters huisden. De vroegere kapel is nog duidelijk te zien.
de St. Omer. Zij waren een onderdeel
van een machtige organisatie op onder
wijsgebied. Deze was gesticht door
Jean Baptiste de la Salie (1 651 -1 71 9)
een kanunik van de kathedraal van
Reims. Hij trok zich het lot aan van de
arme verwaarloosde jeugd, die van alle
onderricht verstoken bleef. In 1679
stichtte hij de eerste kosteloze school
voor jongens. Hij wilde hen een prakti
sche opvoeding geven om hen meer
voor het leven paraat te maken. Tien
jaar later stichtte hij zijn congregatie
van de Broeders der Christelijke scho
len. Deze congregatie heeft zich ver
breid over heel Frankrijk, maar al spoe
dig was het niet meer gratis onderricht
aan arme jongens en door de school
strijd werden het meestal scholen voor
kinderen van ouders die het betalen
konden en de neutrale staatsscholen
niet begeerden, waar het onderwijs
gratis was geworden.
„Sint-Joseph"
Zo hebben dan de Broeders van St.
Omer bij Sluis hun pensionaat „Sint Jo
seph" gesticht, dat in 1907 werd ge
bouwd en tot 1939 door deze Franse
Broeders werd bestuurd. Met Pasen
1 908 begon de verhuizing naarSluis. In
oktober kon men niet minder dan 340
leerlingen inschrijven, deels voor de la
gere, deels voor de middelbare school.
Na de middelbare school legden de
leerlingen in Rijssel hun eindexamen af,
dat toelating gaf tot de universiteiten
van Frankrijk. Tussen 1918 en 1939
groeide het aantal pensionaires tot
480. De leerkrachten, 50 in getal, wa
ren allen Broeders en intern. Aan onder
houdspersoneel had men een 30 man.
Tijdens de eerste wereldoorlog telde
het pensionaat slechts 60 Franse en
Belgische leerlingen.
Toen de tweede wereldoorlog uitbrak,
werd het pensionaat gesloten. Joodse
families, uit Duitsland gevlucht, werden
hier tijdelijk ondergebracht. Toen deze
naar Frankrijk vertrokken kwamen Ne
derlandse soldaten het pensionaat be
volken, die in 1 940 vervangen werden
door Duitse militairen.
Met Sluis hebben ook deze gebouwen
bij de bevrijding hun tol aan het oor
logsgeweld moeten betalen. De Frères
des Ecoles Chrétiennes zijn na de oor
log niet naar Sluis teruggekeerd. Door
dat de Wetten van Combes, hoewel niet
afgeschaft, niet meer werden toege
past, hebben de Broeders besloten zich
te vestigen in de buurt van St. Omer,
waar zij nu een 600 leerlingen onder
hun hoede hebben. In 1 954 werden de
gebouwen aan Nederlandse firma's
verkocht.
De Minderbroeders
Tegenover het pensionaat „St.-Joseph"
hebben dan gelegen de gebouwen van
de bruine paters, de Minderbroeders.
Aan de achterkant van wat er nu nog
staat, tekent de kapel zich duidelijk af.
Het is moeilijk over deze Minderbroe
ders de juiste gegevens te krijgen. Vol
gens mijn zegsman moet dit klooster
ongeveer in dezelfde tijd zijn gesticht
als het pensionaat „Sint-Joseph". In ie
der geval zijn het wel Franse Minder
broeders geweest, die echter langs een
omweg in Sluis zijn terecht gekomen.
Als gevolg van de wetten van Combes
waren zij naar Canada uitgeweken. Zij
waren lid van de Franse Provincie der
Minderbroeders in dat land. Om dichter
bij hun moederland te zijn, hebben deze
paters in ons land enige kloosters ge
sticht. In Sluis hebben zij een noviciaat
gehad. In 1914 zijn een dertigtal van
hen in militaire dienst opgeroepen en
gegaan. Hoeveel eruitSluis bij waren, is
mij niet bekend. Sommigen van hen
(een drietal) hebben gediend als aal
moezenier, één als marine-officier en
acht als tolk onder de Engelse soldaten.
De anderen als gewoon militair.
In de 30e jaargang (1915) van het
„Sint Franciscus Maandschrift" vinden
we opgetekend dat de Minderbroeders
van het klooster in Sluis zich zeer ver
dienstelijk hebben gemaakt in 1914
met het opnemen van vluchtelingen,
zowel geestelijken als leken. In de eer
ste dagen toen de vluchtelingenstroom
over de grenzen kwam, nam men er
300-400 op. Alle beschikbare ruimte
moest worden benut. De eerste drie
maanden na de grote golf woonden er
bij deze paters een 250 vluchtelingen.
In 1915, toen het artikel geschreven
werd, waren er nog 75 over.
Deze Minderbroeders moeten in het
bisdom Breda een andere positie heb
ben ingenomen dan de andere Franse
kloostergemeenschappen. Tekenend is
ook wel dat er in het archief van het bis
dom geen gegevens over dit klooster te
vinden zijn. Deze Minderbroeders moe-