over boeken
153
boom bij Slot Ostende. Des te aardiger
dat een groot aantal volksverhalen op
een aantrekkelijke wijze is verzameld en
op deze originele wijze wordt behan
deld.
Ik hoop van harte dat Jan Kuipers nog
een Dwaallichten deel 2 laat verschij
nen. Er zijn vast nog veel meer „onopge
loste" volksverhalen zoals het verhaal
dat ertussen Baarsdorp (de vliedbergen)
en slot Ostende een onderaardse gang
zou zijn, aangelegd ten behoeve van de
vrijages van Frank van Borsselen en Ja-
coba van Beieren. Men vertelt mij dat er
ook een onderaardse gang istussen mijn
huis en de kerk van 's-Heer Abtskerke,
naar zeggen met eigen ogen gezien bij
aanleg van de riolering en niet te verge
ten de smokkelverhalen en de verhalen
rond romantische figuren als Jan van
Renesse en Witte van Haamstede.
Maar daarbij moet de schrijver wel voor
zichtig zijn met het bagatelliseren van
volksgeloof, want het Mariaputje bij
Baarsdorp (hoe stom toch om dat in de
ruilverkaveling te dempen) had werke
lijk genezende kracht. Een van de boeren
te 's-Heer Abtskerke heeft me dat zelf
verteld. Zijn moeder had al tijden last
van een wond aan haar been, die maar
niet wilde genezen. Tot dat hij eindelijk
zelf als kleine jongen naar Baarsdorp is
gegaan om daar wat water uit het putje
te gaan halen (niet bepaald helder vol
gens zijn zeggen). En de wond genas
binnen enkele dagen. Hij was er zelf bij.
Dus zo zie je maar, het is niet allemaal
volksgeloof.
Tineke van Oosten
G. J. Lepoeter, Kerk in Perspectief.
Verleden en heden van de Sint Maar
tenskerk te Wemeldinge. Kapelle/
Wemeldinge 1989. Prijs f 29,75.
De amateur-historicus Lepoeter beoe
fent met verve het schrijven over kerken
en predikanten. AlsZuidbevelanderricht
hij zijn aandacht vooral op de eigen re
gio, maar dat wil niet zeggen dat hij geen
overstapjes maakt naar andere oorden
en onderwerpen. Wat mij in al zijn stuk
ken frappeert, is dat hij probeert de oor
sprong van bijvoorbeeld een kerk te
plaatsen tegen de historische geografie
van de omgeving. De meeste kerken in
Zeeland hebben een heel ander uiterlijk
dan de vroegere, die dikwijls romaans
van oorsprong waren en soms nog ouder
(houten kerkjes).
Een goed voorbeeld is het voorliggende
werk. In het hoofdstuk over de ont
staansgeschiedenis vermeldt Lepoeter,
steunend op het werk van Dekker, dat de
kerk van Wemeldinge hoogstwaar
schijnlijk de oudste is van Zuid-Beveland
en de moederkerk van het oostelijk deel
van dat eiland. Zij was één van de doch
ters van de Westmonsterkerk te Middel
burg. De eerste kerk te Wemeldinge, in
houtbouw, verrees in de 11e eeuw en
was gewijd aan Sint Maarten. Hij was
een geliefde patroonheilige van paro
chiekerken in ons land. Overleden in
397, werd hij begraven op het kerkhof
bij Tours, waar zijn graf een trekpleister
werd voor pelgrims. De feestdag van
Sint Maarten, 1 1 november, was ook de
dag waarop plaatselijk de boeren
knechts en -meiden werden ingehuurd.
Minutieus heeft de auteur de bouw en
veranderingen in de loop der tijden van
de huidige kerk beschreven tot de laat
ste restauratie toe (1987-1989). Dan
volgen hoofdstukken over het interieur,
symboliek uit de vóór-reformatorische
periode, grafstenen, de predikanten en
zovoort. De laatste hoofdstukken zijn ge
wijd aan de ambachtsheren en -vrou
wen, de orgelkwestie, het orgel en het
kerkhof.
De macht van de ambachtsheer (en
-vrouwe) wordt gedemonstreerd door
twee voorvallen. In juli 1 758 werd Jaco
bus Coomans als nieuwe ambachtsheer
plechtig ingehaald. Het dorp was geheel
versierd en aan de grens stond de ge
kroonde stoel gereed. Tien jonge doch
ters droegen de stoel met de ambachts
heer door het dorp via erepoorten tot in
de kamer van het rechthuis. Wemeldin
ge was overigens niet de enige plaats
waar het zo toeging. Het tweede voor
beeld is de zogenaamde orgelkwestie. In
1771 ging de ambachtsheerlijke titel
over op de zuster van Jacobus, Maria
Coomans. Zij heeft voor een testamen
taire bepaling gezorgd die tot in deze
eeuw grote ophef heeft gemaakt. Eén
van de bepalingen in het genereuze le
gaat ten behoeve van de kerk was name
lijk, dat er geen orgel ten dienste van het
gezang van de gemeente opgericht
mocht worden. Werd hiermee de hand
gelicht, dan zou het legaat vervallen aan
de armen. De ambachtsvrouwe liet geen
ontsnappingsclausule toe. In 1905
kwam een proces op gang, dat pas in de
jaren vijftig zou leiden tot de conclusie
dat het plaatsen van een orgel voor reke
ning van een aparte stichting geen be
zwaren kon opleveren. In 1 957 werd een
orgel aangeschaft, afkomstig van de
Ned. Hervormde kerkte Kruiningen, dat
aangepast te Wemeldinge gebruikt kon
worden. Een feestelijke ingebruikne
ming van het orgel volgde op 20 maart
1958. Thans is een restauratie van het
instrument in gang gezet die het in oude
glorie zal terugbrengen, een herstelling
die naar men hoopt in 1 990 haar beslag
zal krijgen.
De kerk heeft door de jongste restauratie
een gedaantewisseling ondergaan die
het monument in al zijn waardigheid
recht doet. De kerkvoogdij heeft er
voorts goed aan gedaan Lepoeter de op
dracht voor dit boek te geven: een twee
de monument kan men zeggen qua uit
voering en inhoud.
M.P.d.B.
Bouwhistorisch onderzoek
Als aanvulling op bovenstaande boekbe
spreking zij hier nog vermeld dat even
eens in 1989 verscheen „De Ned. Herv.
Kerk te Wemeldinge in bouwhistorisch
perspectief", een studie van de hand van
ir. D. B. M. Hermans en ir. J. Kamphuis,
uitgegeven door de Werkgroep Restaura
tie van de Technische Universiteit Delft.
Dit boek geeft een uitgebreide, berede
neerde bouwgeschiedenis, opgesteld aan
de hand van de talrijke bouwhistorische
en archeologische ontdekkingen die tij
dens de recente restauratiewerkzaamhe
den aan en in de kerk konden worden ge
daan. Foto's en heldere tekeningen on
dersteunen de tekst van dit werk, dat als
onderzoeksresultaat de materiële restau
ratie van de kerk aanvult op een wijze die
men eik nog te restaureren oud gebouw
zou toewensen!