Aanwinsten ruilverkeer
G.G. Trimpe Burger-Mekking
Het jaar 2004 is door de provincies uitgeroepen tot
Jaar van het Water en daarom besloot de redactie
van het tijdschrift Holland het themanummer
2004,3 aan water te wijden. In de traditionele
waterstaatsgeschiedschrijving werd landverlies
vaak opgevat als een nederlaag in de strijd tegen
de natuur. Nieuw onderzoek heeft echter uitge
wezen dat naast de natuur ook de mens bepaalt
of de balans uitslaat naar water dan wel land.
In dit themanummer komen vragen aan de orde
als: hoe beheerden de Hollanders hun waterrijke
leefmilieu en hoe maakten ze dat te gelde?
Op welke manier droegen ze bij aan landwinning
of landverlies? Hoe pasten zij zich aan bij een
veranderende leefomgeving? De sociaal-econo
mische invalshoek staat centraal, maar met grote
aandacht voor de interactie tussen mens en
natuur: waterstaatsgeschiedenis met een groen
randje. Het nummer bevat artikelen over de
invloed van de St.-Elisabethsvloed, de financie
ring van een droogmakerij in de zeventiende
eeuw, turfwinning in Rijnland, het vervenings-
beleid van de abdijen Leeuwenhorst en Rijnsburg
in de late Middeleeuwen en rendabiliteit van
buitengronden.
Het laatste nummer van 2004 van Holland is net
als vorig jaar een Archeologische Kroniek van
Noord-Holland en Zuid-Holland. Noord-Holland
steekt de komende jaren veel energie in een
aantal projecten met betrekking tot behoud en
beheer van archeologische vindplaatsen. Dat is
alleen politiek te legitimeren als aan het publiek
wordt uitgelegd wat er in de bodem aanwezig
is en wat het belang daarvan voor de provincie
en zelfs voor heel Nederland is. De Kroniek van
Zuid-Holland staat op naam van W. Blazer, die
van Zuid-Holland werd verzorgd door R. Proos.
Het Jaarboek 2001-2003 van de Oudheidkundige
Kring De Vier Ambachten (Hulst) bevat een
artikel van S. Groenveld: 'In de frontlinie. Hulst
en Hulsterambacht tijdens de Tachtigjarige Oor
log'. Een stuk van A.M J. de Kraker sluit daarop
aan met een analyse van de veranderingen die
drie polders van de inundatielinie tussen 1600
en 1800 hebben ondergaan: 'Landschapstrans
formatie in het poldergebied van Noordoost-
Vlaanderen op microschaal. Aanpassing van de
Kieldrecht-, Ferdinandus- en Canisvlietpolder
tussen 1600 en 1800'. Na het beëindigen van de
Spaanse Successieoorlog werden de Zuidelijke
Nederlanden overgedragen aan Oostenrijk. De
Republiek sloot met dat land het Barrièretraktaat
om samen de verdediging tegen Frankrijk te
organiseren. Auteur P.W. Stuij beschrijft een paar
incidenten in West-Staats-Vlaanderen, waaruit
blijkt dat de verstandhouding tussen de partners
steeds problematischer werd en hij geeft als laat
ste voorbeeld een conflict dat zich op de Schelde
afspeelde voor het Land van Saeftinge, en dat
leidde tot de Keteloorlog of Marmietenoorlog.
Eveneens van P.W. Stuij het stuk: 'De Freytag be
schuldigd van plichtsverzuim'. Toen de Fransen
in 1794 de Republiek dreigden binnen te vallen
moest de verdediging van Staats-Vlaanderen
worden georganiseerd. De Freytag kreeg opdracht
daartoe. Tijdens zijn werkzaamheden werd hij
door bevelhebber prins Frederik beticht van
plichtsverzuim wegens het geven van onjuiste
inlichtingen. Stuij beschrijft hoe de beschuldiging
tot stand kwam, hoe de verdachte zich verdedig
de en hoe de zaak uiteindelijk afliep. Daarna
volgt nog een stuk over de bedijking van de
Prosperpolder in 1846 van Y. De Beleyr, gevolgd
door 'De belevenissen van een buitengewoon
dienstplichtige Axelaar in april-mei 1940', van
C. Witte. Het laatste artikel in het jaarboek is
van P.E. de Blaeij: 'Axel en de gewapende macht,
1944 tot heden'.
In de Handelingen. Nieuwe Reeks (2004), het jaar
boek van de Koninklijke Geschied- en Oudheid
kundige Kring van Kortrijk wordt in ruim 500
pagina's de 'Geschiedenis van de Groeningeabdij
in Kortrijk, 1236-1797' uiteengezet door J.
Vanbossele. Hij begint met een beschrijving van
de tabula van de abdij. In menig bedeoord hing
destijds een tabula, waarop ten gerieve van de
bezoekers en de pelgrims het stichtingsverhaal
was geschetst. Voor degenen die niet konden
lezen omvatte de tabula een geschilderd tafereel
dat de tekst in beeld bracht. Daarna behandelt
de auteur het ontstaan van de abdij in Marke,
de abdissen van de dertiende tot en met de vijf-
Aanwinsten ruilverkeer
29