men zelf naar Afrika ging om de slaven bij de
bron te halen. De West-Indische Compagnie nam
deze belangrijke en winstgevende taak op zich,
later gevolgd door de Middelburgse Commercie
Compagnie.
Bekend is het verhaal van de Zeeuwse kaapvaarder
die in 1 596 met honderd slaven in Middelburg
aankwam. Hij had een Portugese slavenhaler
gekaapt en wilde zijn waar kennelijk aan deze
stad verkopen. Hij had niet gerekend op burge
meester Ten Haefft die zich hiertegen heftig
verzette en de stad Middelburg daarmee heeft
gevrijwaard van zwarte slavernij. Het verhaal
gaat dat zelfs de dichter Brederode zich met
de zaak heeft bemoeid en zijn afkeer heeft te
kennen gegeven over de praktijken van verkopen
van mensen als waren het dieren.
Waar kennen wij, de nazaten van de tot slaaf gemaak-
ten, de Zeeuwen toch van. Natuurlijk van Abraham
Crijnssen, de veroveraar van de kolonie en van
Cornell's van Aertsen van Sommelsdijck, de (eer
ste) gouverneur/aandeelhouder van het nieuwe
wingewest. En waarschijnlijk ook de eerste ge
zagsdrager die door het eigen gepeupel werd
vermoord aan het begin van de Gravenstraat.
Aan hem herinnert nog een morsige sloot dwars
door Paramaribo, gegraven door zijn moorde
naars, de Rasphuisboeven uit Amsterdam. We
kennen de Zeeuwen natuurlijk van het Fort
Zeelandia. Onder de Engelsen bekend als Fort
Willoughby, veroverd op de Engelsen en onder
Zeeuws bewind herdoopt. Zoals vele dingen een
nieuwe naam kregen of zoals de slaven van een
nieuw brandmerk werden voorzien telkens als zij
werden doorverkocht. Alleen de stad Paramaribo
werd door een toeval geen Nieuw-Middelburg.
Het schip met aan boord de akte tot naams
verandering heeft het land nooit bereikt. Het is
waarschijnlijk in een storm vergaan. En wie het
telefoonboek van Paramaribo opslaat en dat
van Willemstad/Curagao zal ontdekken dat de
Zeeuwen driehonderd jaar geleden er niet alleen
als transporteurs van slaven zijn langs geweest.
Zeeland heeft ook een - hoe moetje dat noemen -
symbolisch stempel gedrukt op Suriname in
het bijzonder. Abraham Crijnssen veroverde het
land op 27 februari 1667 op de Engelsen. In de
geschiedenis van het land is februari de maand
van de opstanden, slavenrevoltes, oproer, arbeids
onrust, stakingen, staatsgrepen en binnenlandse
oorlogen. Is dat toeval? Toeval bestaat niet. Ik
wil graag geloven dat de Zeeuwse waterstanden
in de maand februari zich vertalen in sociale
golfbewegingen in de Caribische wateren. Het
koloniale bewind, door de Zeeuwen gevestigd,
werd in dienst gesteld van de exploitatie - gedu
rende ruim driehonderd jaar - van de plantage
maatschappij, op basis van gedwongen arbeid
onder miserabele omstandigheden. Het Zeeuwse
aandeel in de exploitatie valt niet te verwaar
lozen. Moeten de Zeeuwen en Hollanders zich
generen voor hun verleden als slavenhalers en
slavenhouders? Niet perse. Naar de mores van
die tijd was slavernij niet helemaal verwerpelijk.
Gêne voor de rol in het eigen slavernijverleden
heeft iets van zelfgenoegzaamheid. Het is een
verborgen claim op morele superioriteit en streelt
het eigen ego. Erkenning van het slavernijver
leden echter, als een gemeenschappelijke histo
rische ervaring, als een gedeeld verleden doet
meer recht aan de gevoelens van de nazaten
van de tot slaaf gemaakten. Erkenning opent de
deur naar gemeenschappelijke verwerking en
overstijgen van de pijn uit dat verleden. De pijn
die opgeslagen is in ons collectieve geheugen
en ervaren wordt als een groot onrecht. Het slaver
nijverleden mag niet de doofpot in.
Met de komst naar Nederland van ruim 450.000
Surinamers, Antillianen en Ghanezen is het slaver
nijverleden actueel en dichterbij. En de noodzaak
om daarmee in het reine te komen des te dwin
gender. Herdenken van het slavernijverleden is
het belangrijkste instrument voor het verwerken
en overstijgen van dat trieste verleden. Het
bevordert het besef van een gedeeld verleden
en geeft hoop op een toekomst in vrijheid. De
honderd slaven die in 1 596 hier aankwamen
werden in vrijheid gesteld en mochten gaan en
staan waar zij wilden. De duizenden nazaten
van de slaven uit 'de west' zijn bevrijd van de
mentale ketenen. Met behoud van hun eigen
identiteit willen zij bijdragen aan een betere
toekomst voor de hele natie. En aan een betere
samenleving vrij van discriminatie en vreemde
lingenhaat. Vrij van alle vormen van etnische en
religieuze onverdraagzaamheid.
Noot redactie:
Cf. Cynthia McLeod, 'Slavernijverleden: herdenken of vergeten?',
Zeeland 11/3 (2002), p. 102-105.
2
Herdenken of Vergeten?