REDDING VAN OOSTBURG. 127
minder dan 400 el van de wacht naderen,
zonder bemerkt te worden.
Het huis, waarin zich de wacht bevond, was, zoo
als nog, eene herberg; ook was het toen een tolhuis.
Het was zondag, den 31 October een
stille herfstdag; het was bij de Gereformeer
den geen kerk geweestde predikant was afwe
zig, ook waren vele vrouwen en kinderen naar
elders vertrokken. Men was in de huizen bezig
voor koffijof reeds voor het middagmaal te
zorgen de soldaten waren aan het poetsen en
de officieren hielden zich bezig met pratenle
zen of iets dergelijks. Omstreeks 11 uur kwamen
van den kant van Aardenburg twee ruiters aan
de herbergin welke de wacht wasaaner
waren dien zelfden dag nog velen te voet of met
rijtuigen van dien kant gekomen naar de Room-
sche kerk of om bezigheden te verrigten. De
ruiters stegen af, kwamen binnen, en vroegen
een glas bier, dat zij betaalden en uitdronken.
Zij maakten de paarden weder losstegen op en
reden naar den kant van Aardenburg terug.