in 1794.
281
bijna versteekt van het genoegen en voordeel om
ook de provinciën van Holland en Zeeland mede
te helpen voorzien en voor zoo veel dit nog zou
kunnen geschieden hun door Agenten van Com
mercie wordt betwist, ja scherpelijk verboden.
Wanneer zij spreken van requisitiën van hoorn
vee en schapen daar voorafgegaan, waaronder
zelfs tegen het Arrêté van het Comitté de Salut
Public (dato 30 Messidor 2 Jaar der Fransche
Eepubliek) titre 2me Section 11. III. Art. 7
een aantal melkkoeijen door de voorschreven
Agenten gekozen zijn; maar inzonderheid van
paardenten opzigten van welke mendeels
niet ordentlijk, volgens het gezegde Arrêté, ter
zelfder plaatse Artikel 2 en 3en deels tegens
hetzelve gehandeld heefttrekkende niet het
20ste Paard, zoo als de representant haussman
(onbewust van hetgeen hier gebeurd is) op den
6 Ventose dezes 3 Jaars der Fr. Eep. aan de
Nat. Convent, wegens het overwonnen land heeft
gerapporteerd, maar alhier doorgaans het 4de,
blijkens de hiernevensgaande notitie van die uit