282 IETS OVEE STAATS-VLAANDEREN den Isabella- en Prins Willems Polder sub. litt. A. vergeleken ten proeve van het geposeerde met de copie quitantie over de betaling der getrokken en gerequireerde paarden, bijlage sub. litt. B. 1) En wegnemende voorts alle de jonge paaiden van een tot drie jaren, zonder dat daartegen, naar t schijnt, heeft kunnen voorzien worden. Hetgeen men moet avouëeren een groot nadeel den landbouw aangebragt te heb ben, dat nog merkelijk verzwaard wordt, als men in aanmerking neemt, dat deze paarden (gedeeltelijk) volgens tauxatie zijn betaald met assignatenwaarmede het hun landlieden onmo gelijk is de noodige paarden aan te koopen, en daarenboven hoe er nog vele bederven, vermist en nog bij de Pransche legers zich hier of daar be vindende afwezig zijn, waardoor de schets van hnnnen tegenwoordigen staat allerbetreurenswaar- dig, en van de veruitziendste gevolgen wordt voor het algemeen. (1) Deze stukken behoefden hier niet te worden medegedeeld.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1855 | | pagina 330