PHILIP LUCASZ. 29 begaf' zich reeds vroeg in dienst der Oost-Indische Compagnie. In het jaar 1625 vinden wij liem als opper-koopman en tweeden persoon in Amboina. Hij maakte zich in deze betrekking zeer ver dienstelijk, door de wijze waarop hij de geschillen, waarin de Compagnie met den koning van Ternate hamza, over de uitvoering der met hem ge maakte contracten over de levering der nagelen gewikkeld wasregelde (2). Op den 16 Junij 1628 volgde hij jan van goiicum als 6de landvoogd of gouverneur van Amboina op. Hij verrigtte gedurende zijn bestuur veel goedsverligtte de burgerij van schulden door de pachten op de visscherij en de klapper- of kokosboomen te doen ophouden, en trachtte hunne welvaart te bevorderen, door in de chris tendorpen veel nagelboomen aan te planten maar niet alleen droeg hij zorg voor hunne stoffelijke belangen hunne zedelijke vorming ging hem niet minder ter hartehij bezocht dikwerf de scholen en voorzag die van bekwame meestersook bouwde hij een nieuwe kerk te Amboina. Ook de inlanders

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1855 | | pagina 75