ÉÉN STEUNPUNT
voor de monumentenzorg
Ondersteuning
vrijwilligersorganisaties
archeologiegeschiedbeoefeningmonumentenwachtMONUMENTENZO RGmuseastreektalen
Korenmolen
Buiten Verwachting',
gebouwd in 1874,
Nieuw- en Sint Joosland.
Op 21 december vorig jaar is door
vertegenwoordigers van de
Rijksdienst voor de
Monumentenzorg, de Rijksdienst
voor Oudheidkundig
Bodemonderzoek, de Stichting
Cultureel Erfgoed Zeeland en de
Provincie Zeeland een convenant
ondertekend met als inzet de
oprichting van een steunpunt voor
de monumentenzorg. Het steun
punt wordt bij de stichting onder
gebracht, waar het een van de zes
werkvelden vertegenwoordigt.
De oprichting van provinciale
steunpunten is een gevolg van de
decentralisatie van rijkstaken op het
gebied van de monumentenzorg.
Deze taken zijn terechtgekomen bij de
provincies en vooral de gemeenten.
De provincies hebben een regietaak
gekregen. Ze dragen zorg voor
facilitering, coördinatie en ondersteu
ning, met name in de richting van de
kleinere gemeenten die niet in vol
doende mate in staat zijn om hun
nieuwe taken verantwoord te vervul
len. Dit gebeurt in de vorm van de
provinciale steunpunten, zoals die
elders in Nederland al enige tijd ope
rationeel zijn. De aard, omvang en
organisatiestructuur van de steun
punten verschillen van elkaar, maar de
twee hoofdfuncties ervan zijn overal
dezelfde. De eerste hoofdfunctie is het
ondersteunen van de gemeenten bij
de gedecentraliseerde taken, te weten
het instandhouden en beschermen
van rijksmonumenten en stads- en
dorpsgezichten, het
voeren van een archeologie- en
monumentenbeleid en het uitoefenen
van een loketfunctie voor de vragen
van particulieren. De andere hoofd
functie is het bieden van een platform
voor de verschillende betrokken over
heden, organisaties en andere betrok
ken partijen voor het uitwisselen van
informatie en het bundelen van de
krachten.
Het initiatief voor de concrete
uitwerking van het convenant ligt bij
de Provincie. Er is inmiddels een
werkgroep geformeerd die zich bezig
houdt met de werving van een
coördinator Monumentenzorg en een
administratief-secretarieel medewer
ker. Ook de financiële en inhoudelij
ke uitwerking behoort tot het taken
pakket van de werkgroep. Begroting
en werkplan van het steunpunt zullen
herkenbaar deel uitmaken van de
begroting en het werkplan van de
stichting.
Het werk voor de platformfunctie
krijgt in hoofdzaak gestalte in drie
overlegstructuren: het ruimtelijk plan-
overleg, het bouwplanoverleg en het
beleidsoverleg. De telefonische help
desk en het spreekuur van het steun
punt richten zich in de eerste plaats
op het informeren en adviseren over
de wet- en regelgeving, waaronder de
Monumentenwet, het Besluit
Rijkssubsidiëring Restauratie Monu
menten, Gemeentelijke Restauratie
Uitvoeringsprogramma's en de Wet
Ruimtelijke Ordening.
Het werkveld Monumentenzorg
heeft raakvlakken met andere werk
velden van de stichting zoals
Archeologie en Monumentenwacht.
Waar mogelijk zullen inhoudelijke
dwarsverbanden worden gelegd, met
als uitgangspunt een integrale, op de
behoeften van de doelgroepen
toegesneden werkwijze. Dit geldt
vooral voor integrale projecten en
activiteiten met een accent op
educatie en participatie.
Voor de advisering en sturing van
het steunpunt een commissie en een
stuurgroep ingesteld. De commissie
adviseert de coördinator en het
bestuur inhoudelijk over zaken
betreffende het werkveld van de
Monumentenzorg. De stuurgroep
volgt op bestuurlijk inhoud en beleid
van het steunpunt. De verwachting is
dat het steunpunt in het najaar van
2002 van start kan gaan.
De stichting ondersteunt op dit
moment één vrijwilligersorganisatie
op het werkveld van de
Monumentenzorg en dat is de
Werkgroep Industrieel Erfgoed
Zeeland. De stichting biedt aan de
werkgroep kantoorruimte en facilitei
ten. De werkgroep inventariseert en
documenteert het industriële erfgoed
in Zeeland en levert een bijdrage aan
de herbestemming van waardevol of
markant industrieel erfgoed. De werk
groep houdt zich momenteel bezig
met het behoud en de herbestemming
van het ketelhuis met elektrogenerator
van de voormalige Cokesfabriek bij
Sluiskil. De vraag of de stichting ook
andere vrijwilligersorganisaties gaat
ondersteunen kan pas worden beant
woord als de wensen en de mogelijk
heden daarvoor zijn onderzocht.
Onlangs heeft de stichting het
secretariaat en de ondersteuning van
het Provinciaal molenoverleg overge
nomen van de provincie. In dit over
leg wordt informatie uitgewisseld tus
sen particuliere organisaties als de
Vereniging De Zeeuwse Molen en het
Gilde van Vrijwillige Molenaars en
betrokken overheden. Zaken die
momenteel spelen zijn de eisen die in
het kader van de Arbeidsomstandig
hedenwet aan molens moeten worden
gesteld en de aanstelling - nog dit jaar
- van een molenadviseur voor de drie
zuidelijke provincies. De molen
adviseur zal eigenaren van molens
gaan adviseren over restauraties en
subsidiabele kosten.
Zeeuws Erfgoed 14