Het Zeeuws Biologisch Museum:
onderweg naar een nieuwe toekomst?
ARCHEOLOGIEGESCHIEDBEOEFENINGMONUMENTENWACHTMONUMENTENZORG MUSEA
Het in Oostkapelle gevestigde Zeeuws Biologisch Museum
bestaat dit jaar 25 jaar. Het is een van de twee door de
provincie structureel ondersteunde musea. Het andere
museum is het Zeeuws Museum. Wat al enige tijd speelt is
de vraag op welke wijze - naar vorm, inhoud en organisatie -
het museum het best invulling kan ge-ven aan zijn plek in de
Zeeuwse samenleving. Hieronder geeft Huib J. Zuidervaart,
directeur van het museum, zijn mening.
Waarom heeft een museum eigenlijk bestaanrecht?
En meer concreet: wat zou Zeeland verliezen wanneer
het Zeeuws Biologisch Museum (ZBM) er niet meer zou
zijn? Het zijn vragen die doorgaans niet zo vaak gesteld
worden wanneer een instituut eenmaal bestaat. En toch:
hoe belangrijk is het niet om regelmatig na te denken
over de eigen plek in de samenleving?
Het ZBM bestaat dit jaar precies 25 jaar. In 1977 werd
het gevestigd in een deel van de 'Orangerie' van het
kasteelcomplex Westhove' te Oostkapelle. Het museum is
opgericht uit behoefte aan een plek waar de Zeeuwse
natuur op een informatieve en aantrekkelijke manier voor
het voetlicht kon worden gebracht. Ooit had het oude
museum van het Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen ook aandacht aan dit thema besteed,
maar met de komst van de Zeeuwse Museumstichting in
1972, was het Zeeuws Museum een geheel andere weg
ingeslagen. Er was dus een gat in de markt. Dat hebben
de oprichters destijds goed gezien. Dit leidde dan ook tot
de oprichting van de stichting ZBM die zich - nog steeds -
ten doel stelt om in Zeeland een natuurhistorisch muse
um in stand te houden, 'gericht op de Zeeuwse natuur en
natuurhistorie'. In dat kader zijn als taken onder meer
genoemd: het presenteren van educatieve exposities, het
beheren en documenteren van een natuurhistorische col
lectie, het faciliteren van wetenschappelijk onderzoek, het
enthousiasmeren, informeren en ondersteunen van instel
lingen en personen op het gebied van natuur en milieu in
Zeeland.
Er is in die 25 jaar veel gebeurd! Was aanvankelijk maar
een deel van de 'Orangerie' ter beschikking, later kwam
het hele gebouw vrij, met meer expositieruimte, een fraai
Noordzee-aquarium, een gezellige 'koffiekamer' en een
fantastische heemtuin, de Hortus Zelandiae', met in het
klein een staalkaart van diverse Zeeuwse landschapstypen.
Allemaal zaken waar we als museum trots op zijn, evenals
op onze diverse activiteiten en rondleidingen. De ligging
van het ZBM is ook ongekend mooi: bij een middeleeuws
kasteel, midden in een fascinerend stuk natuur, deels
spontaan ontwikkeld uit de oude aanleg van vroegere
buitenplaatsen. Dit natuurgebied De Manteling' is nu
grotendeels in beheer bij Staatsbosbeheer.
Maar tijden veranderen en daarmee ook het museale
landschap. Aanpassen en mee (willen) veranderen is een
eerste vereiste. 'Musea: dat is de noodzaak tot permanente
onrust', zo hoorde ik vorig jaar iemand op een museum
congres zeggen. Terecht, zo dacht ik. Om een voorbeeld
te noemen: een kwart eeuw terug, toen het ZBM begon,
was natuur- en milieu-educatie in de provincie nog nau-
welijks ontwikkeld. Het lag toen voor de hand dat het
ZBM op dat vlak een nuttige taak had. Daar is in het ver
leden dan ook de nodige aandacht aan besteed. Maar nu
is die
missie grotendeels door de diverse NME-centra in de
provincie overgenomen. Terug daarom naar de museale
kerntaak. Die is omvangrijk en uitdagend genoeg. Maar
kan dat wel op een professionele manier met de huidige
middelen? Een recent onderzoek heeft laten zien dat het
ZBM daarvoor eigenlijk te klein is. Een sterke partner,
een herijkte missie en een andere aanpak zijn nodig om
professioneel te kunnen functioneren. Die partner lijkt
het ZBM te hebben gevonden in de Stichting
'Het Zeeuws Landschap' (HZL). Deze stichting heeft in
1999 het idee gelanceerd om de bijzondere ontstaans
geschiedenis van het Zeeuwse landschap in de vorm van
een museum onder de aandacht van een groot publiek te
brengen. In een haalbaarheidsonderzoek is het ZBM
daarbij als een natuurlijke partner uit de bus gekomen.
Logisch, want er is immers een vanzelfsprekende relatie
tussen natuur en landschap.
Samen hebben het ZBM en HZL daarop een concept
ontwikkeld voor een nieuw Museum (of wat algemener
gesteld: Centrum) voor Natuur en Landschap. De missie
van dit op te richten instituut luidt: 'Informatie geven aan
een breed publiek over natuur en landschap van Zeeland,
waarbij de relatie met de (internationaal gezien) unieke
ontstaansgeschiedenis van het Zeeuwse land (de wissel
werking tussen mens en natuur) een centraal thema is.
Het centrum genereert draagvlak voor de bescherming
van de natuurlijke en cultuurhistorische waarden van het
landschap. Het centrum verzamelt en beheert relevante
collecties die betrekking hebben op natuur en landschap
in Zeeland.' Het lokkend perspectief is een spannende
museale driehoek op Walcheren met als de drie grotere
'spelers': (1) in Middelburg het vernieuwde Zeeuws
Museum, voor een presentatie van de Zeeuwse
geschiedenis, het land en de cultuur; (2) in Vlissingen
het spiksplinternieuwe Maritiem muZEEum, voor de zee
en het avontuur, en dan straks wellicht in Oostkapelle (3)
een aangepast ZBM (een Zee-Landschaps-Museum) voor
landschap en natuur.
Zo'n nieuw museum heeft bestaansrecht. Zeeland is een
bij uitstek een 'groene' provincie met een specifieke
eigenheid en een bijzondere ontstaansgeschiedenis.
De hedendaagse verschijningsvorm van de provincie valt
niet alleen te genieten, die verdient ook een heldere uitleg.
Zodat de cultuurwaarden van het kwetsbare landschap en
de evenzeer kwetsbare natuur beter begrepen worden en
daarmee ook beter gewaardeerd en beschermd.
Het vermelde onderzoek heeft uitgewezen dat er een
markt is voor een volwaardig en goed geoutilleerd modern
museaal centrum voor natuur en landschap. Het is nu
zaak dat de provinciale en plaatselijke bestuurders dit
inzicht gaan delen en zich met kracht achter dit initiatief
scharen. Gezamenlijk willen het ZBM en HZL een lans
breken voor de inrichting van dit instituut dat er eigenlijk
al lang had moeten zijn. Tot voordeel van geheel Zeeland.
Zeeuws Erfgoed 13