Collectieregistratie MUSEA Vereniging van Zeeuwse musea Toekomst Voorjaarsbijeenkomst ARCHEOLOGIEGESCHIEDBEOEFENINGMONUMENTENWACHTMONUMENTENZORG. STREEKTALEN Napraten tijdens het feest aan boord van het ramschip Schorpioen t.g.v. het 25-jarig bestaan van de Vereniging van Zeeuwse Musea in 1995. Van links naar rechts de oud-provinciaal archeoloog van Zeeland, dhr. J. Trimpe-Burger, consulent, dhr. W. Scholten en medewerker D. v.d. Linden van het Museum voor Zuid- en Noord-Beveland (foto VZM) Verschillende musea in Zeeland hebben een probleem met de collectieregistratie. Enerzijds ontberen de musea vaak de menskracht en soms ook de deskundigheid om de voorwerpen in de collectie op een voldoende wijze te beschrijven. Anderzijds ontbreekt soms de systematiek, dat wil zeggen het handmatige of geautomatiseerde systeem dat voorziet in een uniforme beschrijving. Wat dat laatste betreft zit het de musea ook niet mee. De ontwikkelingen op automatiseringsgebied gingen de laatste jaren zo snel, dat deze door de musea nauwelijks meer, al was het maar vanwege de financiën, gevolgd konden worden. Het besturingsprogramma van de PC veranderde, van Q&A-basisregistratie ging het naar IMC-modules en uiteindelijk hield de leverancier ermee op. Ondertussen werd als een van de basiseisen in het kader van het Museumregister gesteld dat collecties van de musea minmaal op het niveau van de basisregistratie beschreven moeten zijn. Op dit moment is er een beperkt aanbod aan leveranciers van registratiesystemen. Het gaat dan om registratiesystemen die gekoppeld zijn of kunnen worden aan andere collectiebeheer- en presentatietoepas singen. De belangrijkste softwarepakketten zijn Adlib Museum (leverancier Adlib Informations systems bv) en The Museum System (leverancier C-IT Collection information technology). Beide pakketten zijn en worden ook toegepast in de kleinere musea. Feit blijft dat de soft ware en ook de noodzakelijke hardware een behoorlijke investering vergen. Bij elkaar kan dat voor het museum al gauw gaan om een bedrag van 10.000 tot 15.000 (excl. BTW). Daarnaast moet natuurlijk rekening worden gehouden met onderhoud en updating. De museum consulent hoopt binnenkort een inventariserend onder zoek in gang te zetten naar de voor de betreffende Zeeuwse musea meest gewenste situatie. Deel van dit onderzoek is ook het nagaan van de mogelijkheden van financiële ondersteuning, indien sprake is van een gezamenlijk project van de Zeeuwse musea en de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland. Een dergelijk project zou dan kunnen voorzien in centrale inkoop, training en gebruikersondersteuning. Symposium in de aula van de Zeeuwse Bibliotheek, feest aan boord van het Ramschip Schorpioen. Zo vierde in 1995 de Vereniging van Zeeuwse Musea haar 25-jarig bestaan. Een vereniging opgericht omdat het nodig was. Samenwerking, belangenbehartiging, de noodzaak van het aantrekken van een museumconsulent; allemaal redenen om tot oprichting van, wat toen nog de Federatie van Zeeuwse musea en oudheidkamers heette, te komen. Toen de eerste stappen gezet werden in de richting van de instelling van de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, kwam er langzaam de vraag of de vereniging niet goed genoeg, of misschien zelfs beter, zou kunnen functioneren binnen de stichting. In de algemene ledenvergadering van 15 april in Vlissingen werd een stuk besproken van het bestuur, waarin werd gesteld de vereniging op te heffen en alle werkzaamheden van de vereniging over te laten gaan naar de stichting. De ledenvergadering was van mening dat dit voor het moment geen goed idee is en dat de vereniging moet blijven bestaan. De vereniging telt 29 leden en kan zich als zodanig een platform van de Zeeuwse musea noemen. Een platform dat volgens veel leden nodig blijft om voor de musea een vuist te kunnen blijven maken. Er werd gevraagd om een voorstel voor een nieuw beleidsplan. Daarvoor is een inspraakgroep geformeerd. Die zal het bestuursvoorstel bekijken, het beleid analyseren en voorstellen doen over het te volgen beleid van de vereniging in de toekomst. Het is de bedoeling dat op de najaarsbijeenkomst van de vereniging hierover besluiten worden genomen. In november 1998 bezochten de leden van de Vereniging van Zeeuwse musea in het kader van de najaarsbijeenkomst het Lampsinshuis in Vlissingen en het Zijdemuseum in Grijpskerke. Dit om van gedachten te wisselen over het thema 'Waar ligt de toekomst van musea in Zeeland?'. In beide musea veel veranderd. De voorjaarsbijeenkomst van 15 april jongstleden werd gebruikt om opnieuw een bezoek aan beide musea te brengen. In het Lampsinshuis, waar de dag na ons bezoek in 1998 de sloop begon, begon de dag nu met koffie en bolussen. Directeur Wilbert Weber, gehuld in een muZEEumbodywarmer schetste verleden, heden en toekomst van het Zeeuws Maritiem MuZEEum. Daarna, begeleid door enthousiaste museummedewerkers, kregen we een rond-leiding door de gebouwen. Het Lampsinshuis met de woonkamer van de koopman, prachtig gerestaureerd en een lust voor het oog. De binnentuin met waterpartij. De zolder, het torentje. De nieuwbouw met de ingang. Overal nog wat rommelig. Karton op de grond vanwege de schilders. Stellages van wege de elektriciens. Schuttingen op voor ons onverwach te plaatsen. Overal leidingen en buizen voor de klimaat beheersing. Lege depots. Kortom, nog veel werk te verrichten tot de opening. Maar van heel ver gekomen sinds 1998. Voor het Zijdemuseum, in 1998 in Grijpskerke, moesten de leden nu naar Meliskerke. Totaal uit het Grijpskerkse jasje gegroeid en daardoor met sluiting bedreigd, nu gehuisvest in een ruime accommodatie waar de collectie ruimschoots getoond kan worden. Een zaal voor lezingen, een restaurant en een winkel maken de opzet compleet. En alles te bekijken zonder dat je gevaar loopt de rupsen dood te trappen. Op het moment van bezoek werden de tentoonstellingen gewisseld, maar had den geluk tekst en uitleg te krijgen van Harmen C. Feldhuisen, de inrichter van de nieuwe tentoonstelling 'De zijden kant van de VOC'. De toekomst van deze twee musea in Zeeland is voortvarend ter hand genomen. Weten waar je staat, we waar je naartoe wilt; twee dingen die voor het beleid van alle musea belangrijk zijn. Zeeuws Erfgoed 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2002 | | pagina 14