Komst Meldpunt Bedreigd Erfgoed?
Wie was architect
ing. A. A. Kok?
ARCHEOLOGIEGESCHIEDBEOEFENINGMONUMENTENWACHT MONUMENTENZORG MUSEA
Abel Antoon Kok werd in 1881 geboren te Dordrecht
als zoon van de bouwkundige Theodorus Kok en
Allegonda Katrina Wolters. Toen hij vijf was verhuisde
het gezin naar Amsterdam, waar Abel de lagere school en
driejarige HBS bezocht. Hij leerde het vak timmeren en
vanaf zijn vijftiende mocht hij lessen volgen in de
bouwkunde en aanverwante vakken. In 1901 begon zijn
bouwkundige loopbaan. Kok werd opzichter-tekenaar
bij belangrijke architecten, in 1903 haalde hij het
diploma van bouwkundige, in 1906 bouw- en werktuig
kundig tekenen en in 1911 bouwkunde. In het bezit van
de MO- bevoegdheid, werd hij in 1906 leraar aan de
avondindustrieschool (waarvan hij oud-leerling was) en
bleef dit tot 1911. Toen hij zevenentwintig jaar oud was
vestigde hij zich als architect en richtte in 1908 met ir.
A.R. Hulshoof een architectenbureau op te Amsterdam.
Deze compagnieschap werd in 1915 ontbonden, toen in
de oorlogstijd beiden kozen voor de functie van
architect bij Publieke Werken van Amsterdam. In 1920
verkoos Kok het vrije beroep boven de ambtelijke dienst
en vestigde zich wederom als particulier architect te
Amsterdam.
In 1921 was hij tweede secretaris bij de Bond
Heemschut waar hij in 1923 A. W. Weissman opvolgde
en redacteur van het maandblad Heemschut werd.
Behalve voor Heemschut schreef hij vele artikelen - in
zijn nalatenschap werden er vele op het gebied van oude
en hedendaagse bouwkunst geteld. Een lange lijst met
bouwwerken en restauraties die tot stand gekomen zijn
tussen 1920-1951 zoals kerken, kapellen, poorten, raad
huizen en ook het transformatorhuisje te Westdorpe.
IDe afgelopen maanden is er op initiatief van het
Steunpunt Monumentenzorg onderzoek verricht
naar een manier om de verschillende particuliere
monumentenorganisaties in Zeeland bij elkaar te
brengen. Dit initiatief behoort tot de doelstelling van
het steunpunt om een platform te bieden voor alle
betrokken partijen op gebied van monumentenzorg
I en archeologie. Een manier om krachtenbundeling
in de sector te bevorderen is het in het leven
roepen van een gezamenlijk meldpunt voor bedreigd
erfgoed, zoals dit ook al in Limburg bestaat.
Er is onderzocht of er onder de verschillende Zeeuwse
particuliere monumentenorganisaties draagvlak bestaat
voor een dergelijk meldpunt en of structurele samen
werking tussen deze organisaties kan worden bereikt.
De ondervraagde bestuursleden reageerden over het
algemeen enthousiast. De uitkomst van het onderzoek
luidt dan ook dat de komst van een meldpunt voor
bedreigd erfgoed in Zeeland wenselijk en in principe
ook mogelijk is.
Momenteel zijn er zo'n tien particuliere monumenten
organisaties provinciebreed in Zeeland actief. Zij strijden
voor het behoud van het Zeeuws cultureel erfgoed of
geven advies op dit gebied. Iedere organisatie doet dit op
haar eigen wijze en met veel inzet en enthousiasme. Door
de komst van een gezamenlijk meldpunt echter, kan dit
werk vermoedelijk efficiënter verricht worden. Zo kunnen
er sneller allianties gevormd worden wanneer het cultureel
erfgoed in het geding komt. Samen staat men immers
sterk. Een ander groot voordeel van het op te zetten
meldpunt en de samenwerking die daar uit voortvloeit,
is de uitwisseling van kennis.
Voor de SCEZ is een faciliterende rol weggelegd. Zij kan
het meldpunt coördineren en vergaderruimte beschikbaar
stellen. Waar iedere partij het over eens is, is dat de SCEZ
geen belanghebbende partij mag zijn. De SCEZ zal zich
niet gaan mengen in juridische procedures en dergelijke,
maar alleen de loketfunctie vervullen.
Het beoogde meldpunt voor bedreigd erfgoed is
toegankelijk voor zowel het georganiseerde particuliere
initiatief als de verontruste burger en de overheid, voor
de gehele Zeeuwse bevolking dus. Er wordt verwacht dat
er zo meer bedreigingen aan het licht zullen komen.
Men kan een melding doen van dreigende aantasting of
teloorgang van een pand, een complex, een stadsgezicht,
een monumentaal landschap of archeologische objecten
en terreinen. Deze meldingen komen dan binnen via een
alarmnummer of via een invulformulier op een website.
Ook kunnen bedreigingen per brief gemeld worden.
Een medewerker van de SCEZ licht dan één of meer
deelnemende particuliere organisaties in, die dan met
de melding aan de slag kunnen. De melder wordt door
de organisaties op de hoogte gehouden van de door hen
gemaakte vorderingen.
Binnenkort zal er verder gediscussieerd worden door
de verschillende organisaties over de uitkomsten van het
onderzoek en de beoogde werkwijze. Dan zal blijken of
men in Zeeland klaar is voor een dergelijk meldpunt en
of men binnenkort massaal kan gaan melden
Zeeuws Erfgoed 15